Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1] ,en,
[appellant 2],
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak vorderde de appellant, een fruitteler, heropening en herroeping van een eerder arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin werd geoordeeld over de levering van kersenbomen door de geïntimeerde, een bomenkweker. De appellant stelde dat hij ondeugdelijke bomen had ontvangen die niet NAK-gecertificeerd waren, terwijl hij daar recht op had volgens de overeenkomst. In de eerdere procedure had de kantonrechter de vorderingen van de appellant afgewezen, omdat het bewijs voor de ondeugdelijkheid van de bomen niet was geleverd. Het hof bekrachtigde deze beslissing in het arrest van 9 juli 2019, waartegen geen cassatie is ingesteld.
In de onderhavige procedure voerde de appellant aan dat er sprake was van bedrog door de geïntimeerde, maar het hof oordeelde dat de appellant onvoldoende had aangetoond dat het eerdere arrest op bedrog berustte. Het hof concludeerde dat de appellant in de eerdere procedure al had gesteld dat hij ervan uitging dat de bomen NAK-gecertificeerd waren, en dat de geïntimeerde dit had betwist. Bovendien was het bedrog, indien al aanwezig, al tijdens de eerdere procedure ontdekt of had het door de appellant redelijkerwijs ontdekt kunnen worden. Het hof wees de vordering tot heropening en herroeping af, omdat de appellant niet voldoende had aangetoond dat er nieuwe feiten of omstandigheden waren die een heropening rechtvaardigden.
De proceskosten werden aan de zijde van de geïntimeerde vastgesteld op nihil, aangezien de appellant in het ongelijk was gesteld. Het arrest werd uitgesproken op 23 maart 2021 door de rechters W.J.J. Los, L.S. Frakes en C.B.M. Scholten van Aschat.