ECLI:NL:GHSHE:2021:880

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 maart 2021
Publicatiedatum
23 maart 2021
Zaaknummer
200.263.433_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over de verplichtingen van een tussenpersoon bij het afsluiten van energiecontracten

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [de V.O.F.] tegen Kosten Transparant B.V. Het hof behandelt de verplichtingen van Kosten Transparant als tussenpersoon bij het afsluiten van energiecontracten. [appellante] stelt dat er een resultaatsverbintenis is ontstaan, waarbij Kosten Transparant verplicht was om contracten af te sluiten die de gegarandeerde besparingen opleverden. Het hof oordeelt dat [appellante] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de stelling dat Kosten Transparant een resultaatsverplichting had. De vorderingen van [appellante] zijn daarom niet toewijsbaar. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, die de vorderingen van [appellante] in eerste aanleg had afgewezen. De proceskosten in hoger beroep worden aan [appellante] opgelegd, omdat hij in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is gedaan op 23 maart 2021.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.263.433/01
arrest van 23 maart 2021
in de zaak van
[de V.O.F.],
appellante,
hierna (in mannelijk enkelvoud) aan te duiden als [appellante]
advocaat: mr. T.G.G. Raijmakers te Eindhoven,
tegen
Kosten Transparant B.V.,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als Kosten Transparant,
advocaat: mr. T. de Klerck te ‘s-Hertogenbosch,
op het bij exploot van dagvaarding van 14 mei 2019 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 14 februari 2019, door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, gewezen tussen [appellante] ‘handelend namens [de V.O.F.] ’ als eiser en Kosten Transparant als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 7241791 \ CV EXPL 18-6222)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep
  • de memorie van grieven, met wijziging van eis en met negen producties
  • de memorie van antwoord met twee producties
  • de akte van [appellante]
  • de antwoordakte van Kosten Transparant
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De feiten

In dit hoger beroep gaat het hof uit van de volgende feiten die tussen partijen vaststaan.
3.1.
[appellante] heeft een landbouwbedrijf. Kosten Transparant is een tussenpersoon die klanten adviseert bij de keuze voor een energieleverancier en namens klanten energiecontracten afsluit.
3.2.
Op 4 mei 2017 heeft [appellante] gesproken met een zekere [naam] over het leveren van gas en elektriciteit. Tijdens dit gesprek is een formulier ingevuld. Aan de bovenzijde van het formulier is het logo van Kosten Transparant afgedrukt en aan de onderzijde zijn gegevens van Kosten Transparant vermeld. Het formulier luidt onder meer:
‘Op basis van de gratis en vrijblijvende energie-check adviseert Kosten Transparant de elektriciteit en gas aansluitingen te her-contracteren welke de volgende besparingen opleveren. Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op informatie van de netbeheerder en de huidige leverancier.
(…)
Opmerkingen: Geen vastrecht
Geen jaarlijkse kosten voor ons of vergoedingen
Opdrachtgever verstrekt middels ondertekening van dit formulier volmacht aan Kosten Transparant to het afsluiten van een nieuwe leveringsovereenkomst voor elektriciteit en gas namens opdrachtgever conform onderstaande afspraken, tegen minimaal de gegarandeerde besparing. Opdrachtgever is akkoord met de algemene voorwaarden en opgevraagde startdatum en verklaart geen nieuwe overeenkomst aan te gaan in de genoemde looptijd op eigen initiatief.’
Daaronder zijn onder meer prijzen vermeld per kwh voor Piek en Dal (elektriciteit) en een prijs per m3 voor gas van € 0,2130. Tevens is een ‘gegarandeerde besparing’ vermeld.:
3.3.
Bij brief van 19 juli 2017 heeft E.ON aan [appellante] onder meer meegedeeld:
‘Hartelijk welkom bij E.ON. In deze brief vindt u alle informatie over uw energielevering.
Leveringsovereenkomst
Via Kosten Transparant hebben wij de door u getekende offerte ontvangen. Daarmee is leveringsovereenkomst met [contractnummer] tot stand gekomen.
De levering start op 01/01/2018. Vanaf deze datum is E.ON leverancier van gas voor uw aansluiting.
(…)
Contractperiode en tarieven
Er is een vaste prijs afgesproken voor onderstaande leveringsperiode. (…)
Gas
Van:
Tot en met:
(€ct/m3)
01/01/2018
31/12/2020
0,213
3.4.
Op 14 december 2017 heeft [appellante] een e-mail gezonden aan [medewerker Besparingsconsulent] ( [medewerker Besparingsconsulent] ) van ‘de Besparingsconsulent’. De e-mail luidt onder meer:
‘Er is fraude gepleegd met mijn contract.
(…)
Bijgaand het originele contract getekend.
Ik eis dat deze afspraken zoals op origineel contract worden na geleefd.’
[medewerker Besparingsconsulent] heeft op dezelfde dag aan [appellante] per e-mail onder meer geantwoord:
‘In de bijlage vind u een kopie van de overeenkomst.
Uw nieuwe tarieven bij ons zijn als volgt: (…)’
Bij de e-mail is het onder 3.2 genoemde formulier toegezonden, met dien verstande dat daarop enkele ingevulde gegevens afwijken van het formulier waarop [appellante] een beroep doet.
3.5.
[appellante] heeft na 1 januari 2018 voor het leveren van elektriciteit een overeenkomst gesloten met ENGIE Nederland Retail B.V.

4.De procedure in eerste aanleg

4.1.
In eerste aanleg heeft [appellante] gevorderd dat Kosten Transparant wordt veroordeeld om € 5.376,25 aan hem te betalen, met wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
4.2.
Kosten Transparant heeft gemotiveerd verweer gevoerd. De stellingen en verweren van partijen komen hierna aan de orde, voor zover in hoger beroep van belang.
4.3.
In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vorderingen van [appellante] afgewezen.

5.De beoordeling in hoger beroep

5.1.
[appellante] heeft in hoger beroep acht grieven aangevoerd. Hij heeft geconcludeerd tot het vernietigen van het bestreden vonnis en tot het toewijzen van zijn gewijzigde eis. De vorderingen van [appellante] luiden, na wijziging van eis:
‘1. Te verklaren voor recht dat Kosten Transparant toerekenbaar tekort geschoten is
jegens [appellante] en aldus aansprakelijk is voor de schade die [appellante]
dientengevolge heeft geleden.
2. Kosten Transparant te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
[appellante] te voldoen een bedrag van € 5.749,75 wegens uitgebleven
besparingen (ten aanzien van de leverantie van elektriciteit), althans een door het
gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag aan schadevergoeding, te
vermeerderen met de wettelijke (handelsrente) hierover vanaf 1 januari 2018
(althans een door het gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag datum) tot de
dag der algehele voldoening.
3. Kosten Transparant te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
[appellante] te voldoen een bedrag van € 675,11 te vermeerderen met de
wettelijke (handels)rente hierover vanaf 2 juni 2018 (de vervaldatum van de
betreffende factuur, althans een door het gerechtshof in goede justitie te bepalen
bedrag datum) tot de dag der algehele voldoening.
4. Kosten Transparant te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
[appellante] te voldoen een bedrag van € 126,54 wegens uitgebleven
besparingen (ten aanzien van de leverantie van gas), althans een door het
gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag aan schadevergoeding, te
vermeerderen met de wettelijke (handelsrente) hierover vanaf 1 januari 2018
(althans een door het gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag datum) tot de
dag der algehele voldoening.
5. Kosten Transparant te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke
kosten tot een beloop van € 702,57 (althans een door het gerechtshof in goede
justitie te bepalen bedrag);
6. Kosten Transparant te veroordelen in de kosten van beide instanties, onder
bepaling dat zij de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd wordt
wanneer deze niet binnen veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen
arrest zijn betaald alsmede, in het geval dat geïntimeerde niet binnen veertien
dagen na aanschrijving aan het arrest voldoet, te vermeerderen met de nakosten
die € 157,00 bedragen zonder betekening en € 239,00 in geval van betekening.’
5.2.
[appellante] heeft in hoger beroep uiteengezet dat de vennootschap onder firma ook in eerste aanleg de procespartij was en dat [appellante] optrad namens de vennootschap. Ook grief I gaat hierover.
5.3.
Dat [appellante] namens de vennootschap optrad, blijkt al uit de inleidende dagvaarding en het is ook vermeld in de kop van het bestreden vonnis. Ook Kosten Transparant heeft niet tegengesproken dat de vennootschap haar wederpartij is in beide instanties. Het hof gaat daarvan uit.
5.4.
In deze procedure staan tussen partijen meerdere onderwerpen ter discussie.
De eerste vraag is of door toedoen van [naam] een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. De volgende vraag is waartoe een dergelijke overeenkomst Kosten Transparant verplichtte en verder zijn partijen het niet eens over de tarieven en besparing die zijn afgesproken. Ten slotte is de omvang van schade die [appellante] stelt te lijden, in geschil.
5.5.
Het hof gaat eerst na welke verplichtingen voor Kosten Transparant voortvloeien uit de overeenkomst, die volgens [appellante] tussen partijen is gesloten. Deze kwestie is onderdeel van de grieven 2, 3 en 4. Voor de inhoud van de overeenkomst doet [appellante] een beroep op het Deelnameformulier Energie. Volgens [appellante] blijkt uit de inhoud van het formulier dat Kosten Transparant een verplichting had om namens [appellante] leveringsovereenkomsten voor elektriciteit en gas af te sluiten, waarmee de toegezegde besparing werd bereikt. [appellante] meent dat sprake is van een overeenkomst van opdracht of lastgeving. Kosten Transparant stelt daar tegenover dat klanten haar machtigen, en dat zij zich ervoor inspant, om namens de klanten contracten bij energieleveranciers af te sluiten tegen de vooraf besproken tarieven. Het gaat volgens Kosten Transparant om een inspanningsverplichting, zoals gebruikelijk is in de branche.
De energieleveranciers zijn namelijk vrij om levering van energie tegen de besproken tarieven te weigeren. Kosten Transparant stelt dat uit het formulier waarop [appellante] een beroep doet, niet blijkt dat het in dit geval gaat om een resultaatsverplichting.
5.6.
De vorderingen van [appellante] hebben tot grondslag dat Kosten Transparant zich jegens hem heeft verplicht om contracten voor het leveren van elektriciteit en gas te sluiten waarmee de besparing werd bereikt die is vermeld op het Deelnameformulier Energie dat [appellante] heeft overgelegd. Volgens [appellante] is Kosten Transparant tekortgeschoten in het nakomen van deze verplichting wat betreft het sluiten van een contract voor het leveren van elektriciteit. Het is in beginsel aan [appellante] om voldoende te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat Kosten Transparant de verplichting op zich heeft genomen om dit resultaat te bereiken en niet alleen om zich daarvoor in te spannen. [appellante] doet immers een beroep op de rechtsgevolgen van een dergelijke verplichting.
5.7.
Het hof stelt vast dat [appellante] voor de inhoud van de overeenkomst alleen een beroep doet op de tekst van het Deelnameformulier Energie, dat hij heeft overgelegd. In de tekst is, kort gezegd, een advies te lezen om nieuwe contracten af te sluiten en een volmacht om dit te doen ‘tegen minimaal de gegarandeerde besparing’. De volmacht is dus beperkt tot het sluiten van contracten die de gegarandeerde besparing opleveren. Nergens in de tekst valt te lezen dat Kosten Transparant ook garandeert dat de contracten daadwerkelijk worden gesloten. Dit wordt niet anders als uit de overeenkomst zou volgen dat Kosten Transparant de opdracht of last daartoe had om dergelijke contracten af te sluiten. Die opdracht of last wil op zichzelf niet zeggen dat Kosten Transparant aan [appellante] heeft toegezegd dat het resultaat zou worden bereikt. Het kan zijn dat [appellante] de verwachting had dat dit resultaat zou worden bereikt, maar de tekst van het formulier rechtvaardigt deze verwachting niet. Concrete feiten of omstandigheden op grond waarvan [appellante] deze verwachting wél mocht hebben, zijn niet naar voren gebracht. Zo heeft [appellante] niet gewezen op mededelingen van Korver of Kosten Transparant, waaruit hij redelijkerwijs heeft mogen begrijpen dat Kosten Transparant ervoor instond dat de contracten zouden worden gesloten en dat Kosten Transparant op dit resultaat was aan te spreken. Zelfs als Korver zou hebben meegedeeld dat de besproken tarieven haalbaar waren, is ook dat niet voldoende om te oordelen dat Kosten Transparant (als tussenpersoon) jegens [appellante] tekortschoot in het nakomen van haar verplichtingen, indien energieleveranciers (toch) niet bereid waren om tegen die tarieven te contracteren.
5.8.
De conclusie is dat [appellante] te weinig heeft gesteld voor het oordeel dat Kosten Transparant de resultaatsverplichting jegens hem had, die [appellante] aan zijn vorderingen ten grondslag heeft gelegd. Aan het leveren van bewijs komt [appellante] daarom niet toe. Het hof voegt hieraan ten overvloede toe dat [appellante] niet aan zijn vorderingen ten grondslag heeft gelegd dat Kosten Transparant zich onvoldoende heeft ingespannen om namens hem energiecontracten te sluiten tegen de met Korver besproken tarieven.
5.9.
Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van [appellante] reeds om deze reden niet toewijsbaar zijn. Dit brengt mee dat het hof de grieven voor het overige en al hetgeen partijen verder nog hebben aangevoerd, niet meer behoeft te bespreken. Dat alles kan immers niet leiden tot het vernietigen van het bestreden vonnis. Het hof zal dit vonnis daarom bekrachtigen.
5.10.
De proceskosten in hoger beroep komen ten laste van [appellante] , omdat hij in het ongelijk is gesteld. Het hof stelt de proceskosten tot heden aan de zijde van Kosten Transparant als volgt vast:
- griffierecht € 741,00
- salaris advocaat €
1.180,50(tarief I, 1,5 punt)
totaal € 1.921,50

6.De uitspraak

Het hof:
6.1.
bekrachtigt het bestreden vonnis;
6.2.
veroordeelt [appellante] in de proceskosten in hoger beroep, aan de zijde van Kosten Transparant vastgesteld op € 1.921,50, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de dag van deze uitspraak tot de dag van betaling;
6.3.
verklaart dit arrest zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.J.J. Los, L.S. Frakes en J.H.M. van Erp en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 23 maart 2021.
griffier rolraadsheer