5.1.[appellante] heeft in hoger beroep acht grieven aangevoerd. Hij heeft geconcludeerd tot het vernietigen van het bestreden vonnis en tot het toewijzen van zijn gewijzigde eis. De vorderingen van [appellante] luiden, na wijziging van eis:
‘1. Te verklaren voor recht dat Kosten Transparant toerekenbaar tekort geschoten is
jegens [appellante] en aldus aansprakelijk is voor de schade die [appellante]
dientengevolge heeft geleden.
2. Kosten Transparant te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
[appellante] te voldoen een bedrag van € 5.749,75 wegens uitgebleven
besparingen (ten aanzien van de leverantie van elektriciteit), althans een door het
gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag aan schadevergoeding, te
vermeerderen met de wettelijke (handelsrente) hierover vanaf 1 januari 2018
(althans een door het gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag datum) tot de
dag der algehele voldoening.
3. Kosten Transparant te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
[appellante] te voldoen een bedrag van € 675,11 te vermeerderen met de
wettelijke (handels)rente hierover vanaf 2 juni 2018 (de vervaldatum van de
betreffende factuur, althans een door het gerechtshof in goede justitie te bepalen
bedrag datum) tot de dag der algehele voldoening.
4. Kosten Transparant te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
[appellante] te voldoen een bedrag van € 126,54 wegens uitgebleven
besparingen (ten aanzien van de leverantie van gas), althans een door het
gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag aan schadevergoeding, te
vermeerderen met de wettelijke (handelsrente) hierover vanaf 1 januari 2018
(althans een door het gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag datum) tot de
dag der algehele voldoening.
5. Kosten Transparant te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke
kosten tot een beloop van € 702,57 (althans een door het gerechtshof in goede
justitie te bepalen bedrag);
6. Kosten Transparant te veroordelen in de kosten van beide instanties, onder
bepaling dat zij de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd wordt
wanneer deze niet binnen veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen
arrest zijn betaald alsmede, in het geval dat geïntimeerde niet binnen veertien
dagen na aanschrijving aan het arrest voldoet, te vermeerderen met de nakosten
die € 157,00 bedragen zonder betekening en € 239,00 in geval van betekening.’