6.5.1.[appellante] en [geïntimeerden] hebben in hun memories gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid om bij de door het hof in het tussenarrest vermelde vragen opmerkingen te plaatsen en suggesties te doen. Het hof neemt een aantal van die opmerkingen en suggesties over. Daarmee komt de vraagstelling aan de deskundige als volgt te luiden:
Kunt u aangeven wat uw ervaring is met het verrichten van mastopexieën?
Beschikt u over voldoende gegevens om de casus te beoordelen? Zo neen, wilt u aangeven welke aanvullende gegevens u heeft opgevraagd en/of welk aanvullend onderzoek u heeft verricht? Ingeval u het nodig vindt dat u kunt beschikken over de laboratoriumuitslagen van het Bethesda ziekenhuis en de gegevens van de (Duitse) huisarts vanaf 5 augustus 2013 t/m 20 augustus 2013, dan kunt u dat aan betrokkene aangeven en dan zal zij deze opvragen en aan u geven.
Bent u in staat de vragen zelf te beantwoorden of acht u daarvoor de inschakeling van een andere (medisch) deskundige nodig? Het hof wijst er in dit verband op dat [Plastisch chirurg niet praktiserend] in zijn rapport (p. 8) heeft opgemerkt dat overwogen zou kunnen worden een medisch microbioloog te vragen wat darmbacteriën in de omgeving van een vetnecrose in de borst hadden kunnen aanrichten indien niet was ingegrepen.
Vraag 2
In deze zaak staan onder meer de begrippen ontsteking, infectie en necrose centraal, welke begrippen door partijen verschillend worden uitgelegd. Daarom is voor een goede beoordeling van dit geschil van belang dat duidelijk wordt gemaakt wat de betekenis van deze begrippen is.
Kunt u aangeven wat de (medische) betekenis van de begrippen ontsteking, infectie en necrose is en u kunt daarbij ingaan op het verschil tussen deze begrippen?
Kan een ontsteking en/of een infectie invloed hebben op het ontstaan van necrose of heeft een necrose invloed op het ontstaan van een ontsteking en/of infectie?
Kunt u in dit verband beschrijven wat u op de foto’s van 15 augustus 2013 (prod. 16 MvG) ziet?
Kunt u aangeven wat de betekenis is van tepel(hof)necrose en tepelnecrose bij vetnecrose en wat het verschil is? Kunt u uitleggen wat de behandeling van een vetnecrose van een borst dient te zijn? Kunt u het verschil aangeven met de situatie dat sprake is een geïnfecteerde borst bij vetnecrose? Wat zou het beloop zijn geweest wanneer een geïnfecteerde borst bij vetnecrose onbehandeld zou zijn gebleven?
Dient er met betrekking tot de begrippen ontsteking, infectie en necrose onderscheid gemaakt te worden afhankelijk van het soort weefsel (huidweefsel, vetweefsel, subcutaan weefsel e.d.)?
Vraag 3
Bij de operatie op 5 augustus 2013 heeft de behandelend arts Tumescent vloeistof gebruikt.
Hoe beoordeelt u, gelet op de medische voorgeschiedenis van betrokkene (waaronder een borstlift in 1986, een borstvergroting in 2006, het feit dat betrokkene stelt te hebben gerookt tot kort voor de operatie) en het feit dat zij volgens het medisch dossier op 19 juni 2013 aan beide borsten een infectie had, het gebruik van Tumescent vloeistof bij de ingreep in de rechter borst?
Is dat van invloed geweest op het ontstaan van de doorbloedingsproblemen in de rechter borst?
Wat vindt u van het standpunt van de behandelend arts dat het gebruik van Tumescent wel kan leiden tot verstoring van de doorbloeding maar dat dit snel herstelt en daarom niet de oorzaak kan zijn van de necrose?
Wilt u daarbij de samenstelling van de Tumescent vloeistof en de toegediende hoeveelheden van de onderdelen van de Tumescent vloeistof betrekken?
Hoe verklaart u het ontstaan van de doorbloedingsproblemen in de linker borst, terwijl bij de ingreep aan die borst geen Tumescent is gebruikt?
In hoeverre heeft, naar uw inschatting, het feit dat betrokkene stelt te hebben gerookt tot kort voor de operatie een rol gespeeld bij het ontstaan van de doorbloedingsproblemen in beide borsten?
Hoe beoordeelt u de hoeveelheid adrenaline die is ingespoten?
Vraag 4
Betrokkene is op 7 augustus 2013 voor controle gezien door een assistente van de behandelend arts. Deze heeft in het medisch dossier daarover het volgende genoteerd:
“ex drains. Li 20cc/ re weinig. Borsten nog wel gespannen, tepels bdz.goed doorbloed. Mevr. voelt zich prima.”
Volgens betrokkene heeft zij toen tegen de assistente gezegd dat haar rechter tepel zwart zag. Zij verwijst in dat verband naar wat zij over dit bezoek in haar dagboek heeft geschreven:
“(…) Als die kompressen entfernt wurden ,um neu zu verbinden sah ich das die rechte brustwarze komplett braun/schwarz war unt teilte meine besorgnis der Frieda (war mit im o.P wohl die assistentin)mit.Sie sagte dan könne passieren sei aber kein grund zur besorgnis die durchblutung könne noch einsetzen. (…)”
Wat is uw oordeel over de vermelding in medisch dossier op 7 augustus 2013 dat de beide tepels goed doorbloed zijn?
Vindt u dat als betrokkene, zoals zij stelt, gezegd zou hebben dat haar rechter tepel zwart zag, dit in het dossier had moeten worden vermeld?
Acht u het plausibel, gelet op de ontwikkelingen na 7 augustus 2013, dat er op 7 augustus 2013 al sprake was van de door betrokkene gestelde zwarte kleur van haar rechter tepel?
Wat vindt u in dit verband van de opmerking van [Plastisch chirurg niet praktiserend] in zijn rapport (p 5) dat hij de vermelding dat beide tepels goed doorbloed waren zeer onwaarschijnlijk acht gezien de ontwikkelingen daarna vergeleken met de intra-operatieve ontwikkelingen?
Vraag 5
Betrokkene verwijt de behandelend arts, kort samengevat, dat zij op 12, 15 dan wel op 19 augustus 2013 met onderzoek dan wel een behandeling had moeten starten en dat door dat na te laten haar een kans op een beter behandelresultaat is ontnomen.
U wordt gevraagd of de behandelend arts op genoemde data heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend, redelijk bekwaam plastisch chirurg in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Indien er niet volgens de professionele standaard is gehandeld, kunt u dan aangeven in hoeverre dat niet is gebeurd en hoe er anders had moeten en kunnen worden gehandeld?
U dient uw antwoorden zoveel mogelijk te motiveren en indien u dat van belang acht, kunt u uw antwoorden op de voorgaande vragen daarbij betrekken.
U dient de vragen zo feitelijk mogelijk, mede gelet op de medische voorgeschiedenis van betrokkene en de stand van de medische wetenschap in 2013, te beantwoorden.
Wat had een redelijk handelend, redelijk bekwaam beroepsgenoot behoren te doen als deze op
12 augustus 2013had geconstateerd dat de tepel van rechter borst ‘beledigd’- d.w.z. blauw volgens de behandeld arts, zwart volgens betrokkene - was?
Wat had een redelijk handelend, redelijk bekwaam beroepsgenoot behoren te doen naar aanleiding van de twee op
15 augustus 2015toegestuurde foto’s en de daarbij telefonisch kenbaar gemaakte zorgen van de betrokkene?
Wat had een redelijk handelend, redelijk bekwaam beroepsgenoot behoren te doen bij het controlebezoek op
19 augustus 2013?
Vraag 6
Stel dat de arts eerder – op 12, 15 dan wel 19 augustus 2013 – had geacteerd op de wijze als door u aangegeven in uw antwoord op vraag 5:
Wat zou daarvan het gevolg zijn geweest? Zouden dan bijvoorbeeld de op 23 en 29 augustus 2013 en op 2 september 2014 uitgevoerde operaties nodig zijn geweest?
Ingeval op 12 en/of 15 en/of 19 augustus 2013 anders was gehandeld, hoe zou u dan de kans op een beter resultaat waarderen? Kunt u deze kans in een percentage uitdrukken?
Vraag 7
Wat acht u verder nog van belang op te merken?