ECLI:NL:GHSHE:2021:874

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 maart 2021
Publicatiedatum
23 maart 2021
Zaaknummer
200.229.110_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake rechtshandelingen en paulianus in faillissement

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door Boba B.V. tegen de curator in het faillissement van Trianel Energie B.V. Het hoger beroep is ingeleid na een vonnis van de rechtbank Limburg op 5 april 2017. De procedure in eerste aanleg betrof een geschil waarin Boba B.V. als gedaagde in conventie en eiseres in reconventie optrad, terwijl de curator als eiser in conventie en verweerder in reconventie fungeerde. De zaak is op 23 maart 2021 behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat heeft besloten om een comparitie van partijen te houden. Dit besluit is genomen om informatie uit te wisselen en de stand van zaken in de procedure te bespreken, met de mogelijkheid om een minnelijke regeling te beproeven. De comparitie zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie te 's-Hertogenbosch, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten toe te lichten. Het hof heeft verder bepaald dat de advocaat van appellante binnen twee weken een kopie van het volledige procesdossier moet indienen bij het hof. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat er nog geen definitieve uitspraak is gedaan over de inhoudelijke geschilpunten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.229.110/02
arrest van 23 maart 2021
in de zaak van
Boba B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. J. Witvoet te Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug,
tegen
[geïntimeerde] , handelend in diens hoedanigheid van curator in het faillissement van Trianel Energie B.V.,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. J. Linders te Maastricht,
op het bij exploot van dagvaarding van 28 juni 2017 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht van 5 april 2017, gewezen tussen appellante als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie en geïntimeerde als eiser in conventie, verweerder in reconventie.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/207398 / HAZA 15-337)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Het verloop van de procedure onder zaaknummer 200.229.110/01 blijkt uit de dagvaarding in hoger beroep.
2.2.
Op de rol van 6 november 2018 is de zaak vanwege het overlijden van de toenmalige advocaat van appellante ex artikel 226 lid 1 Rv geschorst en ambtshalve doorgehaald.
2.3.
Op de rol van 23 juli 2019 is de zaak op verzoek van geïntimeerde onder zaaknummer 200.229.110/02 hervat. Het verloop van deze procedure blijkt uit:
- het hervattingsexploot;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte uitlatingen producties van appellante;
- de antwoordakte uitlatingen producties van geïntimeerde.
2.4.
Appellante heeft comparitie gevraagd.

3.De beoordeling

Het hof zal het verzoek om een comparitie van partijen te houden honoreren. De comparitie heeft tot doel informatie uit te wisselen en de stand van zaken in de procedure te bespreken. Tevens kan de comparitie worden benut om een minnelijke regeling te beproeven. Desgewenst kan ter zitting verwijzing van de zaak naar mediation worden besproken. De partijen zullen bij de comparitie in de gelegenheid worden gesteld om de zaak kort toe te lichten. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon, als het om een rechtspersoon gaat deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die van de zaak op de hoogte is en die tot het treffen van een minnelijke regeling bevoegd is, bijgestaan door hun advocaten op
17 september 2021 om 12.30 uurzullen verschijnen op de zitting van het hof in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch, met de hiervoor onder 3 vermelde doeleinden;
bepaalt dat de advocaat van appellante
binnen twee wekenna de datum van dit arrest een kopie van het volledige procesdossier
in viervoudzal indienen bij het hof;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.P. de Haan, P.W.A. van Geloven en N.W.M. van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 23 maart 2021.
griffier rolraadsheer