In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 maart 2021, betreft het een geschil tussen Totaaltechniek B.V. (appellante) en Elektrotechnische Groothandel II B.V. (geïntimeerde) over de betaling van facturen, een rente-afspraak en een bonusregeling. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 30 juni 2020, waarin het hof een mondelinge behandeling heeft gelast. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder de memorie van grieven en de memorie van antwoord in zowel het principaal als incidenteel appel.
In het incident heeft de geïntimeerde gevorderd dat de appellante wordt veroordeeld tot het overleggen van bepaalde processtukken die verband houden met een eerdere procedure tussen de appellante en de hoofdaannemer in het Sint Lucas project. De geïntimeerde heeft echter nagelaten om een deugdelijke grondslag voor deze vordering te stellen, waardoor het hof oordeelt dat de vordering moet worden afgewezen. De geïntimeerde wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het incident.
In de hoofdzaak verwijst het hof de zaak naar de rol voor het nemen van de memorie van antwoord in incidenteel appel aan de zijde van de appellante. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de procedure nog niet is afgerond en verdere stappen zullen volgen.