De vader voert, samengevat, het volgende aan.
Voor de moeder bestaat geen noodzaak om te verhuizen. De moeder weet sinds begin 2018 dat de vader nimmer toestemming zal geven voor een verhuizing. De vader heeft in kort geding moeten vorderen dat de moeder met de kinderen vanuit [plaats 2] terug zou komen naar [woonplaats] . Met voldoende inspanning is het wel mogelijk om een woning in [woonplaats] en omgeving te vinden. De wijk waar de vader woont heeft woningen in alle prijsklassen. En de andere wijken van [woonplaats] liggen op fietsafstand van elkaar. De moeder heeft ook een forse overwaarde uit de voormalige echtelijke woning ontvangen. De moeder probeert nu een noodzaak te creëren door in [plaats 1] iets te huren en daar een horecagelegenheid te gaan exploiteren.
De moeder heeft er zelf voor gekozen haar goedlopende logopediepraktijk te verkopen. De vader heeft dat altijd een onverstandige keuze gevonden en haar gewezen op haar financiële verantwoordelijkheden. De moeder heeft zich niet ingespannen om ander werk in [woonplaats] te vinden. Zij heeft slechts twee afwijzingen overgelegd. Dat de moeder een café in [plaats 1] gaat uitbaten en daarvoor verplichtingen is aangegaan, valt niet te rijmen met de door de moeder gestelde huurverplichtingen in [plaats 4] . Het lijkt weer een nieuw ondoordacht plan te zijn en het is de vraag hoe zij dit gaat combineren met de zorg voor de kinderen en haar frequente trips naar haar partner in Oostenrijk.
Het recht van de moeder op de vrijheid om haar eigen leven in te richten wordt begrensd door de rechten en belangen van de kinderen en de vader. De moeder is niet bezig met het belang van de kinderen, maar met haar eigen belang De moeder blijft [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te veel beïnvloeden met haar eigen standpunten en zij blijft aan hen trekken. De kinderen zijn erg gevoelig voor het manipulatieve gedrag van de moeder en zij voelen zich verantwoordelijk voor haar geluk. De kinderen zullen de moeder nooit tegenspreken in haar wensen. Als het de wens van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] is dat zij bij de moeder willen wonen, ligt het op de weg van de moeder om aan die wens tegemoet te komen en terug te verhuizen. Het is niet belangrijker voor de kinderen om in de buurt van opa en oma moederszijde en hun tante te wonen, dan in de buurt van hun vader. [plaats 2] is misschien een vertrouwde omgeving voor de kinderen geworden, maar zij zijn daar niet geworteld; dat zijn zij in [woonplaats] . Tijdens het huwelijk kwamen de kinderen maximaal eenmaal per maand in [plaats 2] en het familienetwerk van de moeder is minder close dan de moeder doet voorkomen. De moeder heeft het onnodig gecompliceerd en emotioneel moeilijker gemaakt door de kinderen lid te maken van sportclubs en hen verzorgpony’s te geven in [plaats 2] , teneinde de kinderen zoveel mogelijk uit hun sociale leven in [woonplaats] weg te halen. De wijziging van het hoofdverblijf vergde een omschakeling voor de kinderen, maar het gaat goed en zij zitten prima op hun plek bij de vader. De kinderen mogen uitspreken dat zij liever bij de moeder wonen en zij mogen hun voorkeur hebben. De vader heeft zijn leven afgestemd op [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Hij heeft geen wisselende diensten. Hij begeleidt de kinderen met huiswerk en dagelijkse bezigheden, maar hij vindt zelfredzaamheid ook belangrijk. Tijdens het huwelijk had de vader een substantieel aandeel in de zorg en is hij altijd betrokken (geweest) bij activiteiten van de kinderen. Zo nu en dan regelt de vader opvang voor de kinderen, maar daar is niets op tegen. [minderjarige 1] gaat naar het [college 2] College en zij heeft zelf voor deze school gekozen. Haar wereld is ook groter geworden sinds zij naar de middelbare school gaat. Deze school ligt centraal in [woonplaats] en er gaan ook kinderen uit omliggende gemeenten naartoe. Het [college 1] in [plaats 4] is 13 kilometer fietsen vanuit [plaats 1] . Bij de vader is [minderjarige 1] vrolijk en actief. [minderjarige 2] heeft het inderdaad lastiger op school, maar een verandering van school biedt hiervoor geen oplossing en partijen hadden dit ook niet afgesproken. [minderjarige 2] heeft het nodig dat er rust komt in de thuissituatie. Zij start met toneel en dans in [woonplaats] .
Het is niet juist dat de vader de moeder geen extra contact met de kinderen gunt. Vanwege de overgang die de wijziging in het hoofdverblijf meebracht heeft de vader duidelijkheid willen scheppen omdat het niet hielp dat de moeder er steeds tussendoor kwam met haar aanwezigheid en manipulaties. Als de moeder het de kinderen in de toekomst gunt om het leuk te hebben bij de vader, ontstaat er meer ruimte voor flexibiliteit in het contact. Overigens was de moeder niet flexibel ten aanzien van het contact tussen de vader en de kinderen.
De verhuizing van de moeder is in het geheel niet voorbereid en doordacht. Zij huppelt van het ene wilde plan naar het andere. De moeder heeft de kinderen in [woonplaats] van school gehaald.
De compensatiemogelijkheden van de moeder zijn voor de vader niet acceptabel en realistisch. Het aanbod van de moeder om de extra kosten in verband met de contactregeling voor haar rekening te nemen is van ondergeschikt belang. De vader heeft er ook geen vertrouwen in dat de moeder die kosten in de toekomst voor haar rekening zal blijven nemen. De vader kiest ervoor om geen ‘weekendpapa’ te zijn. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] moeten vrij tussen de ouders kunnen bewegen, maar dat gaat niet als de moeder op deze afstand woont. De afstand heeft wel degelijk gevolgen voor de contactregeling en de band tussen de vader en kinderen. De vader zal dan geen rol van betekenis meer spelen in het leven van de kinderen.
De verstandhouding tussen de ouders laat zeer te wensen over. Het mediationtraject is inmiddels stopgezet. Partijen gaan Buro [buro] benaderen voor een nieuw traject.
Dat de huurverplichtingen die de moeder nog in [plaats 4] zou hebben in de weg staat aan het huren van een woning in [woonplaats] blijkt nergens uit.
De dwangsommen zijn terecht opgelegd omdat de moeder er blijk van heeft gegeven zich niet te houden aan gerechtelijke uitspraken. Zonder de dwangsom zouden de kinderen nog altijd niet bij de vader ingeschreven zijn. De dwangsommen zijn redelijk en voor matiging bestaat geen aanleiding. De strijd wordt niet verergerd door de opgelegde dwangsommen maar doordat de moeder zich niet aan de uitspraken houdt waardoor zij dwangsommen verbeurt.
Indien het hoofdverblijf van de kinderen bij de moeder wordt bepaald, sluit de contactregeling uit de bestreden beschikking het meest aan bij de behoeften van de kinderen en de vader.