Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige](hierna te noemen: [minderjarige] ), geboren op
[geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] (België).
[de stiefvader] ,
hierna te noemen: de stiefvader,
advocaat mr. J. Jansen,
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
gevestigd te [vestigingsplaats]
de gecertificeerde instelling,
hierna te noemen: de GI.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Van der Eshoff en de heer O. Ajdid, tolk in de Arabische taal (tolknummer 23339);
- de heer [vertegenwoordiger van de raad 1] en mevrouw [vertegenwoordiger van de raad 2] namens de raad;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 1] en de heer [vertegenwoordiger van de GI 2] namens de GI (via een beeldverbinding);
- mr. Jansen namens de stiefvader.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 19 mei 2020;
- het V8-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 28 augustus 2020;
- de brief van de GI d.d. 21 oktober 2020;
- het V8-formulier van de advocaat van de vader d.d. 6 november 2020.
3.De beoordeling
4.De beslissing
19 mei 2020, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen;
M.A. Ossentjuk en is op 11 maart 2021 uitgesproken in het openbaar door
mr. J.C.E. Ackermans-Wijn in tegenwoordigheid van de griffier.