Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
[Sneltransport] Sneltransport,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/337341 / HA ZA 18-549)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
- een verklaring voor recht dat [appellante] jegens [Sneltransport] (toerekenbaar) tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verbintenis;
- ontbinding van de overeenkomst ;
- veroordeling van [appellante] tot terugbetaling van de koopsom, € 67.760,= inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ;
- veroordeling van [appellante] tot betaling van een bedrag van € 36.291,38 aan schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente ;
- veroordeling van [appellante] in de kosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
€ 36.291,38aan schadevergoeding is opgebouwd uit de volgende posten:
- ontbindt de tussen partijen gesloten overeenkomst;
- veroordeelt [appellante] om aan [Sneltransport] binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis te betalen een bedrag van 67.500,=, vermeerderd met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag met ingang van 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt [appellante] om aan [Sneltransport] te betalen een bedrag van € 35.641,38, vermeerderd met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag met ingang van 10 april 2019 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt [appellante] om aan [Sneltransport] te betalen een bedrag van € 650,= vermeerderd met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag met ingang van de dag der dagvaarding tot de dag van volledige betaling,
,Kamerstukken II 1992/93, 23095, nr. 3, p. 28). In dit geval is bepalend de bij [Sneltransport] zelf aanwezige deskundigheid; gesteld noch gebleken is dat [Sneltransport] werd bijgestaan door een adviseur op het gebied van PV-installaties. Naar aanleiding van het conceptrapport van de deskundige heeft de advocaat van [appellante] onder meer opgemerkt dat [Sneltransport] een lage prijs heeft betaald en zelf helemaal niets heeft gedaan of gecontroleerd ten aanzien van de kwaliteit van de producten en verrichte arbeid voor, tijdens en na ingebruikname en dat de klant hier ook een behoorlijke verantwoordelijkheid heeft. De deskundige heeft daarop geantwoord dat de aanbiedingsprijs een (commerciële) keuze van [appellante] is en dat deze keuze haar niet ontslaat van de verplichting om deugdelijk werk te leveren. Van de opdrachtnemer kan naar de mening van deskundige niet de kennis en deskundigheid worden verwacht om dit te beoordelen (pagina 41 voorlopig deskundigenbericht). Naar het oordeel van het hof heeft [appellante] ook in hoger beroep niet aannemelijk gemaakt dat en waarom bij [Sneltransport] een dergelijke deskundigheid wel voorhanden was. Hierbij dient in aanmerking genomen te worden dat het gaat om een complexe en omvangrijke installatie met 350 zonnepanelen die op het dak van het gebouw zijn geplaatst. [Sneltransport] heeft een transportbedrijf en kan ook daarom niet verondersteld worden zicht te hebben op de aanwezigheid of afwezigheid van (volgens NEN 1010/IEC 62446 minimaal vereiste) documentatie omtrent over het elektrotechnische ontwerp en de realisatie, markeringen en labels en/of op de technische uitvoering van een installatie die buiten haar eigen bedrijfsvoering is gelegen. Een en ander betekent dat niet gezegd kan worden dat [Sneltransport] de nadien geconstateerde gebreken ten tijde van de oplevering had kunnen en moeten opmerken. Grief III wordt verworpen.
“Ook het vermogensverlies is reële schade volgens de deskundige. Daar sluiten wij bij aan.”Deze verklaring kan niet anders worden opgevat als een erkenning van de juistheid van deze post als schade voor [Sneltransport] als gevolg van de wijze waarop [appellante] zich van haar verplichtingen heeft gekweten. Dit is naar het oordeel van het hof aan te merken als een gerechtelijke erkentenis als bedoeld in artikel 154 lid 1 Rv. Door [appellante] zijn geen feiten of omstandigheden aangevoerd die op de voet van artikel 154 lid 2 Rv tot herroeping hiervan kunnen leiden.