ECLI:NL:GHSHE:2021:675

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 maart 2021
Publicatiedatum
5 maart 2021
Zaaknummer
AVNR 000163-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Raadkamerbeschikking in hoger beroep tegen bevel gevangenhouding van verdachte betrokken bij avondklokrellen

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het bevel tot gevangenhouding van de verdachte, die betrokken zou zijn geweest bij de avondklokrellen. De verdachte wordt verweten deel te hebben genomen aan een grootschalige plundering als onderdeel van een protest tegen de avondklok. Het hof oordeelt dat dit een bijzonder ernstig feit is, gezien de schade die is toegebracht aan ondernemers en de samenleving. Het hof benadrukt dat deelname aan plunderingen onder het mom van protest een ernstige vorm van misbruik van het recht op demonstratie is.

Bij de belangenafweging voor het verzoek om schorsing van de voorlopige hechtenis, weegt het belang van de samenleving zwaar. Het hof heeft kennisgenomen van de ernst van de verweten feiten en het strafblad van de verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen. De reclassering heeft een hoog recidiverisico vastgesteld, wat het hof meeneemt in zijn overwegingen.

Het hof wijst het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een schorsing rechtvaardigen. Het belang van de samenleving bij voortzetting van de voorlopige hechtenis prevaleert boven het persoonlijk belang van de verdachte. De beschikking waarvan beroep wordt bevestigd en het hoger beroep wordt afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Raadkamerappelnummer: AVNR. 000163-21
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de [rechtbank] van [datum], waarbij namens:

[verdachte]

[geboortedatum en plaats]
[adres]
[detentieplaats]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de [rechtbank] van [datum], bij welke beschikking de gevangenhouding van [verdachte] werd bevolen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.P.M.A. Laeyendecker.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat verdachte een viertal feiten wordt verweten, namelijk 1. het in vereniging geweld plegen tegen goederen; 2. medeplegen van vernieling van winkelinventaris; 3. medeplegen van diefstal van een aantal flessen wijn en 4. het verspreiden en of in voorraad hebben van opruiende tekst.
Verdachte zou betrokken zijn geweest bij de avondklokrellen op [datum] in ‘s-Hertogenbosch.
Namens de verdachte is een beroep gedaan op de bepaling van artikel 67a, derde lid Wetboek van Strafvordering. Naar het oordeel van het hof doet deze situatie zich thans nog niet voor. Daarbij heeft het hof acht geslagen op de ernst van de aan de verdachte verweten strafbare feiten en het rijk gevulde strafblad van verdachte.
Het hof wijst af het beroep.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft in beginsel het recht zijn berechting in vrijheid af te wachten. Dat kan anders zijn wanneer, zoals in deze zaak, er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte, wanneer hij zich op vrije voeten bevindt, zich schuldig zal maken aan een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving zes jaar of meer gevangenisstraf op staat, dan wel een misdrijf waardoor de gezondheid en of de veiligheid van een of meer personen in gevaar kan worden gebracht. In dat geval zal de rechter, zo nodig ambtshalve, dienen na te gaan of niet ook op andere, voor de verdachte minder bezwarende wijze tegemoet kan worden gekomen aan het belang dat de samenleving heeft bij het voortzetten van de voorlopige hechtenis. Dat belang is gelegen in het verschoond blijven van een of meer strafbare feiten gepleegd door verdachte.
Het hof zal het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afwijzen, om de navolgende redenen.
Verdachte heeft een inmiddels rijk gevuld strafblad waar onder meer uit blijkt dat verdachte meermalen met politie en justitie in aanraking is gekomen en ook meermalen tot gevangenisstraf is veroordeeld. Kennelijk hebben die eerdere veroordelingen weinig effect gehad immers hebben zij kennelijk niet of onvoldoende geleid tot gedragsverandering.
Volgens het rapport van de reclassering is er bij verdachte voorts sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis die criminogeen van karakter is. En tot slot schat de reclassering het risico op recidive in als hoog, het risico op letselschade wordt ingeschat als hoog en het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als gemiddeld.
Alles overziend en afwegend ziet het hof thans en vooralsnog niet welke voorwaarden aan een schorsing moeten worden gesteld om de kans op herhaling terug te brengen tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau.
Daarnaast overweegt het hof nog als volgt.
Hetgeen verdachte wordt verweten namelijk deelname aan een grootschalige plundering als onderdeel van een protest tegen de avondklok is een bijzonder ernstig feit, vanwege de schade die is toegebracht aan ondernemers maar ook aan de samenleving. Het deelnemen aan plunderingen onder het mom van protest tegen de avondklok is een ernstige vorm van misbruik van het grondwettelijk erkende recht op demonstratie. Gelet hierop dient bij de belangenafweging die bij een verzoek om de voorlopige hechtenis te schorsen dient te worden gemaakt, het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting zwaar te wegen. Schorsing van de voorlopige hechtenis is dan nog slechts aan de orde wanneer er sprake is van bijzondere zwaarwichtige, de persoon van de verdachte betreffende omstandigheden. In hetgeen door en namens verdachte naar voren is gebracht ziet het hof niet dergelijke zwaarwichtige omstandigheden en ook anderszins is van het bestaan ervan niet gebleken.
Alles afwegend is het hof van oordeel dat in deze zaak het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis prevaleert boven het persoonlijk belang van de verdachte.
Het hof wijst af het verzoek.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beschikking waarvan beroep.
Wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Aldus gedaan op 4 maart 2021
door mr. E.A.A.M. Pfeil, voorzitter, mr. G.P.M.F. Mols en mr. R.G.A. Beaujean, raadsheren, in tegenwoordigheid van S.J.H. van Beekveld, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 4 maart 2021
Gezien d.d.
De directeur van de [detentieplaats]