Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘poging tot moord’ (in de zaak met parketnummer 03-702007-18),
- ‘bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht’ (feit 1 in de gevoegde zaak met parketnummer 03-700250-18) en
- ‘handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd’ (feit 2 alsook feit 3 in de gevoegde zaak met parketnummer 03-700250-18),
de verdachte strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Voorts heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toegewezen tot een bedrag van € 29.140,56, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met niet-ontvankelijkverklaring van bepaalde in het vonnis genoemde schadeposten en onder afwijzing van het meer of anders gevorderde.
Ten slotte is ten behoeve van het slachtoffer de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
hij op of omstreeks 19 februari 2018 te Vijlen, in elk geval in de gemeente Vaals, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (zijn echtgenote) [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, met dat opzet en met die voorbedachten rade meermalen, althans eenmaal, met een (vuur)wapen een kogel in het lichaam van die [slachtoffer] heeft geschoten en/of meermalen, althans eenmaal, met een (vuur)wapen een kogel in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 19 februari 2018 te Vijlen, in elk geval in de gemeente Vaals, [wandelaar 1] en/of [wandelaar 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft hij, verdachte, een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, op die [wandelaar 1] en/of [wandelaar 2] gericht en/of gericht gehouden en/of (daarbij) (met de loop van dit (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp) gebaard dat die [wandelaar 1] en/of [wandelaar 2] weg moet/moeten gaan;
hij op of omstreeks 19 februari 2018 te [woonplaats verdachte] , althans in de gemeente Leudal, een of meer (vuur)wapens van categorie III, te weten:
- een (basculerend) dubbelloops hagelgeweer, kaliber 12 GA, serienummer 483712 en/of
- een (basculerend) dubbelloops hagelgeweer, kaliber 12 GA, serienummers 704936 en 222,
voorhanden heeft gehad;
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 2 mei 2018 te [woonplaats verdachte] , althans in de gemeente Leudal, een of meer (vuur)wapens van categorie III, te weten (een) enkelschots grendelgewe(e)r(en) (merk/model Walther Sportmodell V), kaliber .22 Long Rifle, voorhanden heeft gehad.
hij op 19 februari 2018 te Vijlen in de gemeente Vaals, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn echtgenote [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, met dat opzet en met die voorbedachten rade meermalen met een vuurwapen een kogel in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] heeft geschoten en (daarbij) tweemaal met dat vuurwapen een kogel in het lichaam van die [slachtoffer] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
in de ter terechtzitting in eerste aanleg gevoegde zaak met parketnummer 03-700250-18:
hij op 19 februari 2018 te Vijlen in de gemeente Vaals, [wandelaar 1] en [wandelaar 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft hij, verdachte, een vuurwapen op die [wandelaar 1] en [wandelaar 2] gericht en daarbij met de loop van dit vuurwapen gebaard dat die [wandelaar 1] en [wandelaar 2] weg moeten gaan;
hij op 19 februari 2018 te [woonplaats verdachte] in de gemeente Leudal, vuurwapens van categorie III, te weten:
- een basculerend dubbelloops hagelgeweer, kaliber 12 GA, serienummer 483712 en
- een basculerend dubbelloops hagelgeweer, kaliber 12 GA, serienummers 704936 en 222,
voorhanden heeft gehad;
hij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 2 mei 2018 te [woonplaats verdachte] in de gemeente Leudal, vuurwapens van categorie III, te weten enkelschots grendelgeweren (merk/model Walther Sportmodell V), kaliber .22 Long Rifle, voorhanden heeft gehad.
A.
Reeds op grond van het voorgaande bestaat er redelijke twijfel over de vraag of de verdachte heeft gehandeld met voorbedachten rade en is er onvoldoende bewijs om tot een bewezenverklaring van poging tot moord te kunnen komen, aldus de raadsman.
Gelet op het korte tijdsbestek waarbinnen het slachtoffer gewond is geraakt en de evidente samenhang tussen de handelingen die het letsel hebben veroorzaakt kan in de visie van de verdediging niet worden bewezen dat de verdachte gelegenheid heeft gehad voor kalm beraad en rustig overleg, hetgeen een constitutief vereiste is om van voorbedachten rade te kunnen spreken.
B.
C.
D.
‘Kleren in was. Gezicht wassen / Handy mee’. Op deel B, aangetroffen in de auto van de verdachte, is vermeld:
‘voor aankomst nr plaat / spiegel. Daar: handschoenen aan & gaan, suzi uitbouw, sleutels? Later: Weg. Aanstekers + water / carwash, gezicht wassen / handy mee, RADIO’. [25] De term ‘suzi uitbouw’ zag op het verwijderen van de GPS-tracker van de Suzuki Swift van het slachtoffer. Dit waren geheugensteuntjes bij het uitvoeren van het door de verdachte voorgenomen plan. [26]
E.
F.
poging tot moord.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Psychiater drs. [psychiater] heeft in zijn rapport van 31 mei 2018 geconcludeerd dat de verdachte niet lijdt aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. De psychiater constateert hooguit enkele narcistische trekken. De verdachte presenteerde zich als een positief persoon, lijkt zijn gevoelens te verloochenen, maakte een trotse indruk, laat zich niet kennen en beschreef zich als een weldoener.
Psychologe [psychologe] komt in haar rapport van 31 mei 2018 tot de conclusie dat bij de verdachte geen sprake is van depressieve of psychotische verschijnselen, noch van autismespectrum- of persoonlijkheidsproblematiek. De verdachte komt volgens de psychologe over als een man die mogelijk wat weinig assertief is en zich in bovengemiddelde mate lijkt te voegen naar een ander en in die zin vermoedelijk afhankelijke en ontwijkende persoonlijkheidstrekken heeft. Daarbij past volgens de psychologe het niet durven uiten en het niet goed kunnen waarnemen dan wel ervaren van gevoelens van boosheid. Er zijn geen sociaal-maatschappelijke problemen, er is geen problematisch middelengebruik en er zijn geen problemen met politie en justitie. Ook zijn er geen intellectuele beperkingen.
Uit de schriftelijke toelichting van deze schadeposten komt immers naar voren dat yoga was geadviseerd door een fysiotherapeut en psycholoog teneinde de balans van het lichaam te herstellen en bij te dragen aan herstel van draagkracht en vertrouwen, alsook dat de benadeelde partij op verwijzing van de huisarts psychologische Solvie-behandelsessies heeft ondergaan. Doordat deskundigen uit de zorg het slachtoffer deze adviezen hebben gegeven tot deelname c.q. behandelingen is voor het hof de nut en noodzaak daarvan genoegzaam aangetoond. Dat deelname c.q. behandeling geïndiceerd was als gevolg van de mentale en fysieke ontwikkelingen van de benadeelde partij na de mislukte moordaanslag volgt uit bijlagen 1J, 2B en 2C bij de vordering, waarmee naar ’s hofs oordeel de causaliteit met de bewezenverklaarde poging tot moord is gegeven. De door de verdediging bij pleidooi aangevoerde omstandigheden dat de benadeelde partij zich eerder bezighield met zogenaamde reiki-praktijken en chakratherapie doen daar niet aan af. Het verweer wordt derhalve verworpen. Het hof zal mitsdien de gevorderde schadeposten viii. (ad € 340,00) en x. (ad € 100,00), alsook de daarmee samenhangende reiskosten die zijn vervat in schadepost i., toewijzen.
De ingangsdatum van de wettelijke rente over het bedrag aan immateriële schadevergoeding (te weten € 20.000,00, post xvi.) zal het hof bepalen op 19 februari 2018, zijnde de datum delict.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor ten hoogste 178 dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
13 (dertien) jaren en 6 (zes) maanden;
€ 28.770,80 (zegge: achtentwintigduizend zevenhonderdzeventig euro en tachtig cent), bestaande uit € 8.770,80 (zegge: achtduizend zevenhonderdzeventig euro en tachtig cent) als vergoeding van materiële schade en € 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro) als vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 december 2018 over het bedrag van € 8.770,80 en vanaf 19 februari 2018 over het bedrag van € 20.000,00, telkens tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 28.770,80 (zegge: achtentwintigduizend zevenhonderdzeventig euro en tachtig cent)bestaande uit € 8.770,80 (zegge: achtduizend zevenhonderdzeventig euro en tachtig cent) aan materiële schadevergoeding en € 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro) aan immateriële schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 december 2018 over het bedrag van € 8.770,80 en vanaf 19 februari 2018 over het bedrag van € 20.000,00, telkens tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 178 (honderdachtenzeventig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;