ECLI:NL:GHSHE:2021:604
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- J.T.F.M. van Krieken
- J.P.F. Rijken
- G.P.M.F. Mols
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot opheffing c.q. schorsing van de voorlopige hechtenis na veroordeling voor mensenhandel
Op 25 februari 2021 heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch een beschikking gedaan in een zaak waarin verzoeker, veroordeeld voor mensenhandel, verzocht om opheffing of schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Verzoeker was eerder door twee feitelijke instanties veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof overwoog dat de wet de mogelijkheid biedt om voorlopige hechtenis te bevelen bij een veroordelend vonnis voor een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Het hof heeft de advocaat-generaal en de raadsman gehoord in raadkamer en kennisgenomen van het dossier. De advocaat-generaal had geen gevangenneming gevorderd, maar het hof oordeelde dat de zittingsrechter bevoegd was om ambtshalve een bevel tot gevangenneming te geven. Verzoeker was voortvluchtig en had zich onttrokken aan het bevel. Het hof concludeerde dat de voorlopige hechtenis gerechtvaardigd was gezien de ernst van de feiten en de opgelegde straf. Het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die het persoonlijk belang van verzoeker boven het maatschappelijk belang zouden doen prevaleren. Het hof wees het verzoek af.