Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, hebben de ouders van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2016, hoger beroep aangetekend tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin hun ouderlijk gezag over hun kind werd beëindigd. De ouders, bijgestaan door hun advocaat mr. K.C.M. Schreurs, voerden aan dat zij in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun kind op zich te nemen en dat er onterecht voorbij is gegaan aan hun verbeteringen in de afgelopen jaren. De Raad voor de Kinderbescherming, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad], en de gecertificeerde instelling (GI), vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI], stelden echter dat de ouders niet in staat zijn om binnen een aanvaardbare termijn de zorg voor hun kind te dragen. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 januari 2021 zijn de ouders, de raad, de GI en de pleegouders gehoord. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank, die de ouders het gezag over hun kind ontzegt, bekrachtigd. Het hof oordeelde dat de ouders, ondanks hun inspanningen, niet in staat zijn gebleken om de noodzakelijke pedagogische vaardigheden te ontwikkelen en dat het belang van het kind voorop staat. De ouders hebben verzocht om een deskundigenonderzoek, maar dit verzoek werd afgewezen omdat het hof oordeelde dat dit niet meer ter zake dienend was voor de beslissing.