Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de man, bijgestaan door mr. Ramakers;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Kunze.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken. De man, appellant, verzoekt het hof om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de vrouw om de echtscheiding af te wijzen. De vrouw, verweerster, verzoekt op haar beurt om de man in de proceskosten te veroordelen. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 januari 2021 zijn beide partijen gehoord, bijgestaan door hun advocaten. De man stelt dat het huwelijk niet duurzaam ontwricht is en dat er uitzicht is op herstel van de echtelijke verhoudingen. De vrouw daarentegen betwist dit en stelt dat er geen affectieve gevoelens meer zijn en dat de relatie definitief is beëindigd. Het hof overweegt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat het Nederlandse recht van toepassing is. Het hof concludeert dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, aangezien de man geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die tot een andere beslissing zouden kunnen leiden. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en veroordeelt de man in de proceskosten van de vrouw, die door de man nodeloos zijn veroorzaakt. De totale proceskosten worden vastgesteld op € 2.560,-.