ECLI:NL:GHSHE:2021:53
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partneralimentatie in hoger beroep met betrekking tot de behoefte en draagkracht van partijen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 januari 2021 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de wijziging van partneralimentatie. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, had in eerste aanleg een verzoek ingediend tot vaststelling van een door de man te betalen onderhoudsbijdrage, welke was afgewezen door de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De vrouw is op 30 september 2019 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 17 september 2019, waarin de rechtbank de bijdrage van de man in de kosten van levensonderhoud voor de vrouw had vastgesteld op € 219,- per maand voor de periode van 1 september 2018 tot 1 oktober 2019, en op nihil vanaf 1 oktober 2019.
De man heeft in incidenteel hoger beroep verzocht om de partneralimentatie met ingang van 1 september 2018 op nihil te stellen. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de partneralimentatie rechtvaardigt. Het hof heeft de huwelijksgerelateerde behoefte van de vrouw vastgesteld op € 1.423,07 netto per maand, en heeft de draagkracht van de man beoordeeld. Het hof heeft geoordeeld dat de man in de periode van 1 september 2018 tot en met 31 oktober 2018 een draagkracht had van € 211,- per maand, en dat deze draagkracht in de daaropvolgende maanden varieerde, maar dat de man vanaf 1 oktober 2019 geen draagkracht meer had om partneralimentatie te betalen.
De beslissing van het hof houdt in dat de bestreden beschikking gedeeltelijk is vernietigd en dat de man aan de vrouw een uitkering tot levensonderhoud zal betalen, waarbij rekening is gehouden met eerder betaalde alimentatie. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.