ECLI:NL:GHSHE:2021:493
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de jeugdzorg
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2012, die sinds 2012 onder toezicht staat van een gecertificeerde instelling (GI). De moeder van de minderjarige heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 13 oktober 2020 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn verlengd. De moeder verzoekt om de beschikking te vernietigen en de machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen, of in elk geval om de minderjarige in een pleeggezin te plaatsen dat rekening houdt met zijn geloofsovertuiging.
De GI heeft in haar verweerschrift gesteld dat de moeder niet in staat is om de zorg voor de minderjarige adequaat te vervullen, en dat de huidige situatie in het gezinshuis voor de minderjarige het beste is. Tijdens de mondelinge behandeling zijn zowel de moeder als de GI gehoord. De moeder heeft betoogd dat zij met de juiste begeleiding in staat is om voor haar kind te zorgen, terwijl de GI heeft aangegeven dat de moeder nog steeds veel ondersteuning nodig heeft en dat er geen perspectief is voor een terugplaatsing.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en is tot de conclusie gekomen dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat. De moeder's verzoek om de minderjarige in een ander pleeggezin te plaatsen is afgewezen, omdat de huidige situatie in het gezinshuis als positief wordt ervaren voor de ontwikkeling van de minderjarige.