ECLI:NL:GHSHE:2021:487
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake partner- en kinderalimentatie na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de alimentatieverplichtingen van de man ten aanzien van zijn ex-vrouw en hun twee minderjarige kinderen. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had in eerste aanleg een verzoek ingediend om de door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen en de partneralimentatie vast te stellen. De rechtbank had dit verzoek afgewezen, waarop de vrouw in hoger beroep ging. Het hof heeft vastgesteld dat partijen op 1 mei 2006 zijn gehuwd en dat zij op 20 juli 2018 zijn gescheiden. In het scheidingsconvenant was overeengekomen dat partijen over en weer geen partneralimentatie verschuldigd zijn en dat de kosten van de kinderen gezamenlijk worden gedragen. De vrouw stelde dat de rechtbank ten onrechte het scheidingsconvenant niet had vernietigd en dat de alimentatiebedragen niet in overeenstemming waren met de wettelijke maatstaven. Het hof heeft de grieven van de vrouw verworpen en geoordeeld dat de vrouw onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stellingen over dwang en druk bij het ondertekenen van het scheidingsconvenant. Het hof heeft de alimentatie voor de kinderen vastgesteld op € 230,- per kind per maand voor de periode van 5 april 2019 tot 1 januari 2020, € 289,- per kind per maand voor de periode van 1 januari 2020 tot 1 januari 2021, en € 502,- per kind per maand met ingang van 1 januari 2021. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.