Uitspraak
,
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] .
5.De beschikking d.d. 24 september 2020
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
7.De verdere beoordeling
- [minderjarige] een zeer jong kind is, hij geen bewuste herinnering aan de vader heeft en afhankelijk is van zijn opvoeders/verzorgers;
- de vader tot voor kort kampte met forse persoonlijke problematiek die hem belemmerden om zijn vaderrol goed in te vullen;
- de moeder een posttraumatische stress stoornis heeft opgelopen in de relatie met de vader die haar belemmert om met de vader te communiceren.
- [minderjarige] kan erop vertrouwen dat hij zijn vader leert kennen, dat hij statusvoorlichting krijgt en dat het contact met de vader in opbouw en onder begeleiding wordt hersteld;
- [minderjarige] kan erop vertrouwen dat de moeder haar PTSS verwerkt en haar beeld van de vader kan bijstellen;
- De moeder is bij machte om [minderjarige] toestemming tot contact met de vader te geven en hem niet te belasten met haar eigen wantrouwen en strijd;
- De vader als gezaghebbende ouder wordt geïnformeerd en betrokken bij en in het leven van [minderjarige] .