In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in Polen en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden voor poging tot doodslag. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na hoger beroep van de verdachte. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk steken van het slachtoffer, [slachtoffer], met een mes op 12 augustus 2017 in Oss, waarbij het slachtoffer een ernstige verwonding opliep aan zijn buikstreek, inclusief een geraakt orgaan en inwendige bloedingen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich provocerend heeft gedragen en de confrontatie heeft gezocht, wat leidde tot een worsteling. De verdediging voerde aan dat de verdachte handelde uit noodweer, maar het hof verwierp dit argument. Het hof oordeelde dat de verdachte wel degelijk een aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer heeft gecreëerd door met een mes te steken. Uiteindelijk heeft het hof de straf verlaagd tot 23 maanden gevangenisstraf, rekening houdend met de schending van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak. Het hof heeft ook besloten dat het in beslag genomen mes aan het verkeer moet worden onttrokken.