ECLI:NL:GHSHE:2021:4431

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 december 2021
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
20-000755-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep met aanvulling van gronden in strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het oorspronkelijke vonnis was gewezen op 9 maart 2021 in een strafzaak met parketnummer 96-271922-20. De verdachte, geboren in 1993 en thans verblijvende in de penitentiaire inrichting Zuid West – De Dordtse Poorten te Dordrecht, had beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het vonnis bevestigd, met een aanvulling en verbetering van de gronden. Deze beslissing is mondeling uitgesproken door mr. C.P.J. Scheele tijdens de openbare terechtzitting. Het arrest is gepubliceerd in verband met een ingesteld cassatieberoep, waarbij het parketnummer 20-000755-21 is vermeld. De uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling in het strafrecht en benadrukt de rol van het hof in het toetsen van eerdere vonnissen.

Uitspraak

Parketnummer: 20-000755-21

Uitspraak : 10 december 2021
VERSTEK (dip)
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingslocatie Breda, van 9 maart 2021, in de strafzaak onder parketnummer 96-271922-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
wonende te [adres] ,
thans uit anderen hoofde verblijvende in de penitentiaire inrichting Zuid West – De Dordtse Poorten te Dordrecht.

BESLISSING

Het hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep met aanvulling c.q. verbetering van gronden.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. C.P.J. Scheele.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 december 2021.