ECLI:NL:GHSHE:2021:4416

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 december 2021
Publicatiedatum
9 juni 2022
Zaaknummer
20-002205-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en herbeoordeling straf in hoger beroep tegen politierechter

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 14 oktober 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1983, die werd geconfronteerd met een aantal strafbare feiten. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd ten aanzien van de opgelegde straf en de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf.

Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van €800,00 en 16 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor een periode van 9 maanden de bevoegdheid ontzegd om motorrijtuigen te besturen. De bijkomende straf van ontzegging zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.

De tijd dat het rijbewijs van de verdachte eerder is ingevorderd, zal in mindering worden gebracht op de duur van de bijkomende straf. Ook is de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf gelast, met een geldboete van €100,00 en €50,00 in termijnen. Het openbaar ministerie is niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van een andere straf. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd, met aanvulling en verbetering van gronden. Deze uitspraak is mondeling gedaan door mr. C.P.J. Scheele op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Parketnummer: 20-002205-20

Uitspraak : 10 december 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, van 14 oktober 2020, met parketnummer 96-187516-20, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen onder parketnummers 22-003635-17 en 96-207539-19, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
wonende te [adres] .

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 800,00 (achthonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat het totaal van de
geldboetesmag worden voldaan in
8 (acht) termijnenvan
1 maand, elke termijn groot
€ 100,00 (honderd euro).
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 28 november 2019, parketnummer 96-207539-19, te weten van een
geldboetevan
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de
geldboetemag worden voldaan in
2 (twee) termijnenvan
1 maand, groot
€ 100,00 (honderd euro) en 1 (één) termijnvan
1 maand, groot
€ 50,00 (vijftig euro).
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tenuitvoerlegging, met parketnummer 22-003635-17.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige met aanvulling c.q. verbetering van gronden.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. C.P.J. Scheele.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 december 2021.