ECLI:NL:GHSHE:2021:4409

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 oktober 2021
Publicatiedatum
2 juni 2022
Zaaknummer
20-000512-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter in strafzaak Wegenverkeerswet

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, dat op 24 februari 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1999 en woonachtig te 's-Hertogenbosch, was aangeklaagd voor een overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, gepleegd op 9 mei 2020. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.

De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 500,00 en 10 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 50,00 per maand gedurende 10 maanden, met de bepaling dat de hechtenis niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken en is mondeling gewezen door mr. O.M.J.J. van de Loo.

Deze uitspraak is gepubliceerd in verband met een ingesteld cassatieberoep en betreft het parketnummer 20-000512-21. De relevante wetsartikelen die zijn toegepast in deze zaak zijn onder andere de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24a, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht, evenals de artikelen 107 en 177 van de Wegenverkeerswet 1994.

Uitspraak

Parketnummer: 20-000512-21

Uitspraak : 19 oktober 2021
VERSTEK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, zitting houdende te ‘s-Hertogenbosch van 24 februari 2021, in de strafzaak onder parketnummer 96-134861-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
wonende te [adres] .
Kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Gepleegd op 9 mei 2020 te 's-Hertogenbosch.
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24a, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 107 en 177 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Ten aanzien van het bewezenverklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat het totaal van de
geldboetesmag worden voldaan in
10 (tien) termijnenvan
1 maand, elke termijn groot
€ 50,00 (vijftig euro).

Veroordeelt de verdachte tot hechtenis voor de duur van 2 (twee) weken.

Bepaalt dat de hechtenis niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. O.M.J.J. van de Loo.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 oktober 2021.