Op 19 oktober 2021 heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, dat op 24 februari 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1999, die werd beschuldigd van een overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, gepleegd op 1 mei 2020 te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.
De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 500,00 en 10 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het betalen van geldboetes in 10 termijnen van € 50,00. De hechtenis van 1 week zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van een proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof en is mondeling uitgesproken op de openbare terechtzitting. Het arrest is gepubliceerd in verband met een ingesteld cassatieberoep.