ECLI:NL:GHSHE:2021:4376
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A.C. Bosch
- A.M.G. Smit
- H. von Hebel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Oost-Brabant inzake overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, gewezen op 6 augustus 2019, waarin de verdachte werd veroordeeld voor overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank had de verdachte schuldig bevonden aan het veroorzaken van een ongeval met lichamelijk letsel tot gevolg, en had hem een taakstraf van 140 uren opgelegd, alsook een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zal vernietigen en de verdachte opnieuw zal veroordelen tot een taakstraf van 160 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor dezelfde duur. De verdediging heeft betoogd dat niet bewezen kan worden dat de verdachte aan het bellen was ten tijde van het ongeval en heeft gepleit voor een geheel voorwaardelijke rijontzegging, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Het hof heeft het beroep van de verdachte ongegrond verklaard en het vonnis van de rechtbank bevestigd. Het hof heeft daarbij de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen. Ook is er aandacht besteed aan de redelijke termijn van de procedure, waarbij het hof constateert dat er een geringe overschrijding heeft plaatsgevonden in de behandeling van het hoger beroep, maar dat deze niet leidt tot een andere beslissing. Het hof heeft de strafmaat van de rechtbank overgenomen, met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.