In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, van 6 december 2019. De verdachte, geboren in 1993, werd beschuldigd van diefstal door twee of meer verenigde personen en verduistering. De feiten vonden plaats in Geleen en Maastricht in 2018. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 311 en 321 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 03-095004-19, met name de diefstallen bij Hema, Etos en Xenos. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van veertig uren. De gevangenisstraf zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de rechter later anders beslist, indien de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast is er een hechtenis van twintig dagen opgelegd, die vervangen kan worden indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht.
Deze uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken en is mondeling uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof.