In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte, geboren in 1997, was in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van 13 februari 2020. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden in zowel de eerste aanleg als in hoger beroep. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zal vernietigen en de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf van 8 weken, waarvan 6 weken voorwaardelijk, en heeft ook de tenuitvoerlegging van eerder opgelegde straffen gevorderd. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, maar het hof heeft de verdachte uiteindelijk schuldig bevonden aan zowel poging tot diefstal als diefstal door twee of meer verenigde personen. Het hof heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde straffen gegrond verklaard, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt. De uitspraak is gepubliceerd in verband met de ingestelde cassatie.