ECLI:NL:GHSHE:2021:4067
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding en gebrek aan bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 september 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant was veroordeeld. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, en had een schadevergoeding van € 263,52 toegewezen aan de benadeelde partij, het CBR. De verdachte had hoger beroep ingesteld, maar het hof oordeelde dat hij niet-ontvankelijk was in het hoger beroep omdat hij de termijn voor het instellen van het hoger beroep had overschreden. De verdachte was op de hoogte van de zitting bij de politierechter, maar had aangegeven niet aanwezig te kunnen zijn. Het hof concludeerde dat de verdachte niet tijdig in hoger beroep was gegaan, aangezien hij dit pas op 9 december 2020 deed, meer dan veertien dagen na de einduitspraak van de politierechter. Het hof oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de regels over de termijn voor het instellen van hoger beroep rechtvaardigden. De verdachte had niet verzocht om aanhouding van de strafzaak en had ook geen verdere stappen ondernomen om op de hoogte te blijven van de voortgang van zijn zaak. Daarom verklaarde het hof de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.