3.4.2Contante uitgaven
Tijdens de doorzoeking in het pand aan de [adres 1] is de administratie van betrokkene inbeslaggenomen. In die administratie werden meerdere facturen en aankoopbonnen aangetroffen, die contant waren voldaan. Deze en andere contante uitgaven zijn in het ontnemingsrapport en bijbehorende processen-verbaal (ambtshandelingen) per categorie in kaart gebracht. In het rapport wordt uitgegaan van 45 contanten uitgaven ad totaal € 25.934,85. Het hof zal deze uitgaven hieronder bespreken.
1. tot en met 19
Dit betreffen kassabonnen van diverse winkels. Op alle kassabonnen staat vermeld dat de betaling contant heeft plaatsgevonden. De kassabonnen zijn aangetroffen tijdens de doorzoeking in een tas in de slaapkamer van [verdachte] en [betrokkene 1] .
20
Dit betreffen twee offertes en één kassabon van de MediaMarkt. Op de kassabon komen de bedragen van de twee offertes terug en staat vermeld dat de betaling contant heeft plaatsgevonden. De offertes zijn gericht aan [verdachte] . De offertes en de kassabon zijn aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning in een tas in de slaapkamer van [verdachte] en [betrokkene 1] .
21
Dit betreft een bewijs van een geldwissel transactie bij de [bank] . Gewisseld is € 600,00 in Marokkaanse dirham. Als cliënt is op het bewijs vermeld [verdachte] .
Het bewijs is aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning in een tas in de slaapkamer van [verdachte] en [betrokkene 1] .
22
Dit betreft een kassabon van [bedrijf 1] . Het hof verwerpt het verweer van de raadsman dat deze uitgave niet bij de kasopstelling dient te worden betrokken omdat deze uitgave niet contant zou zijn voldaan. Weliswaar blijkt uit de bon niet dat het bedrag contant is betaald, echter de betaling is niet aangetroffen in de bankmutaties van de bankrekeningen van [verdachte] en [betrokkene 1] . Het hof concludeert dat de betaling dus contant moet zijn voldaan.
De kassabon is aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning [adres 1] , in een tas in de slaapkamer van [verdachte] en [betrokkene 1] .
23 en 24
Dit betreffen twee verkoop- en kassabonnen van [bedrijf 2] . Op de kassabonnen staat vermeld dat de betaling contant heeft plaatsgevonden.
De verkoopbon van 17 februari 2016 is gericht aan [betrokkene 1] met telefoon [telefoonnummer] . De verkoopbon van 4 maart 2016 is gericht aan [verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer] .
De verkoop- en de kassabonnen zijn aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning, in een tas in de slaapkamer van [verdachte] en [betrokkene 1] .
25 tot en met 34
Dit betreffen kassabonnen van diverse winkels. Op alle kassabonnen staat vermeld dat de betaling contant heeft plaatsgevonden. De kassabonnen zijn aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning, in een dressoir in de slaapkamer van [verdachte] en [betrokkene 1] .
35
Dit betreft een kassabon van [bedrijf 3] . Op de bon is niet (meer) zichtbaar de maand van betaling, wel is zichtbaar de dag (8) en het jaar (2016). Uit de bon blijkt niet dat het bedrag contant is betaald. Echter de betaling is niet aangetroffen in de bankmutaties van de bankrekeningen van [verdachte] en [betrokkene 1] . Het hof gaat er derhalve van uit dat de betaling contant is voldaan. De kassabon is aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning [adres 1] , in een dressoir in de slaapkamer van [verdachte] en [betrokkene 1] .
36
Dit betreft een prijslabel voor een Gucci luiertas. De betaling voor deze tas is niet aangetroffen in de bankmutaties van de bankrekeningen van [verdachte] en [betrokkene 1] . Het hof gaat er derhalve van uit dat de betaling contant heeft plaatsgevonden. Met de raadsman is het hof echter van oordeel dat niet is vast te stellen of de contante uitgave ter zake deze luiertas binnen of buiten de onderzoeksperiode is gedaan, nu op het prijslabel geen datum is vermeld. Het hof zal deze contante uitgave derhalve niet bij de kasopstelling betrekken.
37
Dit betreft een handgeschreven bon voor benodigdheden voor een hennepkwekerij (folie / bulpen (lampen) / filterrek / boxrek / wandventilatie / zeil ed.), ad. € 1.855,00. De bon is geschreven op een memoblad van [bedrijf 4]
Volgens de Kamer van Koophandel bestaan de activiteiten van [bedrijf 4] uit het ontwikkelen, adviseren, onderzoeken van en de groothandel (im- en export) in natuurlijke meststoffen, biostimulatoren en substraten. De betaling van deze bon is niet aangetroffen in de bankmutaties van de bankrekeningen van [verdachte] en [betrokkene 1] . Het hof gaat er derhalve van uit dat de betaling contant heeft plaatsgevonden. Het hof zal echter op gelijke gronden als hiervoor ten aanzien van de Gucci luiertas (36) de contante uitgave voor deze bon niet in de kasopstelling betrekken, nu uit het dossier niet kan worden afgeleid of de contante uitgave binnen of buiten de onderzoeksperiode is gedaan.
38
Dit betreft een bon voor benodigdheden voor een hennepkwekerij (groeimiddelen / lampen / filterrek / snoeren / stekkers / potten / watervat / waterslang / ed.), ad. € 5.315,69. De bon is aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning [adres 1] , in een blauwe kist op de zolder. Het hof gaat er gelet op de aantekening op de bon ("Voldaan 11/2 5.300,-“) van uit dat de betaling contant heeft plaatsgevonden. Het hof zal echter op gelijke gronden als hiervoor ten aanzien van de Gucci luiertas (36) de contante uitgave voor deze bon niet in de kasopstelling betrekken, nu uit het dossier niet kan worden afgeleid of de contante uitgave binnen of buiten de onderzoeksperiode is gedaan.
39
Dit betreft een kassabon van de [bedrijf 5] d.d. 17 januari 2017. Op de kassabon staat vermeld dat de betaling contant heeft plaatsgevonden.
De kassabon is aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning [adres 1] , in een jas in de woonkamer.
40
Dit betreft een factuur van [bedrijf 6] d.d. 10 februari 2017, gericht aan [verdachte] , voor de huur van een bestelwagen, ad € 119, 26. Volgens de factuur is € 260,00 borg betaald en krijgt [verdachte] nog € 140,74 retour. De betaling van de borg is niet aangetroffen in de bankmutaties van de bankrekeningen van [verdachte] en [betrokkene 1] . Het hof gaat er derhalve van uit dat de betaling contant heeft plaatsgevonden. Per saldo is er dan een bedrag van € 260,00 minus € 140,74 = € 119,26 contant betaald.
De factuur is aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning, in een jas in de woonkamer.
41
Dit betreft een handgeschreven bon voor benodigdheden voor een hennepkwekerij ad. € 180,00. De bon is geschreven op een memoblad van [bedrijf 4] De betaling van deze bon is niet aangetroffen in de bankmutaties van de bankrekeningen van [verdachte] en [betrokkene 1] . Aangenomen wordt dat de betaling contant heeft plaatsgevonden.
De bon is aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning, in een jas in de woonkamer.
Het hof zal echter op gelijke gronden als hiervoor ten aanzien van de Gucci luiertas (36) de contante uitgave voor deze bon niet in de kasopstelling betrekken, nu uit het dossier niet kan worden afgeleid of de contante uitgave binnen of buiten de onderzoeksperiode is gedaan.
42
Dit betreft een handgeschreven bon voor benodigdheden voor een hennepkwekerij ad. € 1.170,00. De bon is geschreven op een memoblad van [bedrijf 4] Op de bon is vermeld “Nog te krijgen 170,-“. De betaling van deze bon is niet aangetroffen in de bankmutaties van de bankrekeningen van [verdachte] en [betrokkene 1] . Aangenomen wordt dat de betaling contant heeft plaatsgevonden en dat de betaling van € 170,00 nog niet heeft plaatsgevonden.
De bon is aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning, in de trapkast in de woonkamer. Het hof zal echter op gelijke gronden als hiervoor ten aanzien van de Gucci luiertas (36) de contante uitgave voor deze bon niet in de kasopstelling betrekken, nu uit het dossier niet kan worden afgeleid of de contante uitgave binnen of buiten de onderzoeksperiode is gedaan.
43
Uit het onderzoek is gebleken dat [verdachte] een garagebox huurt aan de [adres 2] . Eigenaar van de garagebox is [getuige] .
Op 22 maart 2017 is [getuige] gehoord als getuige. Hij verklaarde onder meer het volgende:
V: Wie is de laatste huurder geweest van deze garagebox?
A: Deze garagebox wordt momenteel nog steeds verhuurd. De huurder is de heer [verdachte] . Deze is sedert februari 2014 de huurder van deze garagebox. Ik overhandig U hierbij een kopie van de huurovereenkomst. Destijds is deze garagebox verhuurd aan de heer [verdachte] door de heer [voormalig eigenaar] . Deze was toen namelijk nog de eigenaar van deze garagebox. Ik heb deze garagebox, als onderdeel van enkele garageboxen, eind december 2014 in eigendom verkregen van [voormalig eigenaar] . Ik heb toen ook de huurcontracten overgenomen.
V: Hoe bent u in contact gekomen met deze persoon ofpersonen?
A: Ik ben zelf niet als eerste in contact gekomen met [verdachte] omdat de heer [voormalig eigenaar] dat destijds is geweest.
V: Wat is de huurprijs?
A: Tot 1 januari 2017 was het 60 euro per maand en vanaf 1 januari 2017 is dat 63 euro per maand geworden.
V: Wie betaalde de huur?
A: Deze werd voldaan door degene die in het huurcontract staat, namelijk de heer [verdachte] , [adres 1] .
V: Hoe werd de huur betaald?
A: Deze werd contant betaald door de huurder, de heer [verdachte] . Hij betaalde meestal per drie maanden en betaalde dus contant. Ik ging die huur altijd bij hem halen aan het adres [adres 1] . Momenteel is er geen huurachterstand.
V: Uit stukken is gebleken dat in november 2015 door de heer [verdachte] een bedrag van 66 euro is gestort naar U met als vermelding "garage nummer 2, huur november. Kunt u zich dit herinneren?
A: Ja, dat is de enige keer geweest dat hij zijn huur gestort heeft naar mij. Ik wilde dat hij dit altijd zou doen maar dat is er nooit van gekomen. De huur was in feite 60 euro maar is toen verhoogd met 6 euro in verband met het laten bijmaken van een sleutel.
V: Zijn er wel eens problemen geweest m.b.t. de betaling van de huur?
A: Er zijn nooit problemen geweest met betrekking tot de betaling van de huur.
V: Uit aangetroffen bescheiden blijkt dat er kennelijk betalingsachterstanden zijn ontstaan en dat u hierover schriftelijk contact hebt gehad met de huurder. Dit schrijven is gericht aan de heer [verdachte] en onder aan deze brief staat " [getuige] ” met Uw telefoonnummer. Het zou gaan om betalingsachterstanden m.b.t. de huur van september 2016 tot en met december 2016. De huurprijs voor deze 4 maanden was 240 euro in totaal. Is deze achterstallige huur uiteindelijk voldaan?
A: Deze huur is uiteindelijk wel betaald door [verdachte] . Het was in feite geen achterstand want hij betaalde normaliter per drie maanden. Ik wilde het jaar afsluiten en heb dus de huur voor 4 maanden aan hem gevraagd.
In de onderzoeksperiode is dan door [verdachte] contant betaald:
Oktober en december 2015 2 x€ 60,00 = €120,00
Januari tot en met december 2016 12 x € 60,00 = €660,00
Januari 2017 1 x € 63,00 = € 63.00
Totaal € 843,00
44
Het hof zal in de kasopstelling evenmin de factuur ad € 7.000 betreffende de aankoop van de Volkswagen Passat betrekken, nu deze factuur niet aan betrokkene maar aan [betrokkene 2] is gericht, die in die periode in een kamer op het adres [adres 1] (zijnde de woning van zijn zus) verbleef (deeldossier 1e aanvulling, pagina’s 11 en 13). Het hof kan niet uitsluiten dat [betrokkene 2] deze auto heeft betaald.
45
Het hof zal evenmin de kwitantie voor de contante betaling ad € 2.900 in de kasopstelling betrekken, nu uit de brief van de RDW (bijlage 45)3 blijkt dat de Volkswagen Passat onder [betrokkene 2] in beslag was genomen in verband met een openstaande schuld van de motorrijtuigenbelasting. Het hof zal met inachtneming van hetgeen hiervoor ten aanzien van de Volkswagen Passat (45) is overwogen, de contante uitgave voor deze kwitantie niet in de kasopstelling betrekken, nu uit het dossier niet kan worden afgeleid dat betrokkene deze uitgave heeft gedaan.