ECLI:NL:GHSHE:2021:3900
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter inzake overtreding Wegenverkeerswet
Op 17 mei 2021 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Tilburg. Het vonnis waartegen beroep is ingesteld, dateert van 26 november 2019 en betreft een strafzaak met parketnummer 96-023843-19. De verdachte, geboren in 1984, werd beschuldigd van een overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, gepleegd op 25 december 2018 te Gilze, gemeente Gilze en Rijen.
Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte werd veroordeeld tot hechtenis voor de duur van twee weken. Daarnaast wees het hof de vordering van de officier van justitie af, die strekte tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke hechtenis van één week, opgelegd bij vonnis van de kantonrechter Rotterdam op 1 augustus 2017, parketnummer 96-060818-17.
De beslissing van het hof is gegrond op artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 107 en 177 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden. Het arrest is mondeling gewezen door mr. K.J. van Dijk en uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof.