ECLI:NL:GHSHE:2021:3895

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 februari 2021
Publicatiedatum
4 januari 2022
Zaaknummer
20-000097-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, gewezen op 11 januari 2021. De verdachte, geboren in 1988, had hoger beroep ingesteld, maar het hof oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat de verdachte geen schriftuur houdende grieven had ingediend en ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis had opgegeven. Het hof was van mening dat er geen aanleiding was om de strafzaak desalniettemin te onderzoeken.

De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk moest worden verklaard, en het hof volgde dit advies. De beslissing van het hof was dat het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Deze uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mw. M.E. Busser-Roelofse, en is op de openbare terechtzitting uitgesproken. Het hof benadrukte dat de verdachte niet in staat was om de nodige stappen te ondernemen om het hoger beroep ontvankelijk te maken, wat leidde tot de uiteindelijke beslissing.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000097-21
Uitspraak : 19 februari 2021

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 11 januari 2021 in de strafzaak met parketnummer 01-260038-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het door verdachte ingestelde hoger beroep met toepassing van art. 416 lid 2 niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven en het hof niet van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. J.T.F.M. van Krieken, voorzitter,
mr. P.J.D.J. Muijen en mr. A.C. van der Schans, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mw. M.E. Busser-Roelofse, griffier,
en op 19 februari 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. P.J.D.J. Muijen en mr. A.C. van der Schans zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.