In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte, geboren in 1987 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, met aftrek van het voorarrest. De zaak betreft twee tenlasteleggingen: de eerste betreft de diefstal van levensmiddelen op 24 december 2019 in Brunssum, en de tweede betreft de diefstal van een fiets op 12 oktober 2019 in Heerlen. De verdachte heeft in beide gevallen samen met een ander gehandeld. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal bevestigd dat het vonnis van de politierechter moest worden gehandhaafd, terwijl de raadsman van de verdachte vrijspraak heeft bepleit. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstallen, waarbij het hof de omstandigheden van de zaak en het verleden van de verdachte in overweging heeft genomen. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Het hof heeft de wettelijke voorschriften toegepast en de beslissing gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.