ECLI:NL:GHSHE:2021:3808
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en draagkracht van de vader
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake kinderalimentatie, waarbij de vader in beroep is gegaan tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 15 maart 2021. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Sanli, verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en een lagere kinderalimentatie vast te stellen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.W.F. van Wijk, verzoekt de beschikking te bekrachtigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 november 2021, waarbij beide partijen in persoon aanwezig waren.
De rechtbank had eerder bepaald dat de vader een bijdrage van € 383,27 per maand moest betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind, geboren in 2008. De vader stelt dat hij niet in staat is om deze bijdrage te betalen vanwege een betalingsachterstand en een bedrijfsongeval dat zijn inkomen heeft beïnvloed. Hij heeft echter onvoldoende bewijs geleverd om zijn financiële situatie en draagkracht aan te tonen. De vrouw betwist de claims van de vader en stelt dat hij zijn verantwoordelijkheden niet nakomt.
Het hof oordeelt dat de vader onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie en dat zijn grieven met betrekking tot de draagkracht falen. Het hof bevestigt de ingangsdatum van de alimentatie op 4 maart 2020, de datum waarop de vrouw het verzoekschrift indiende. De vrouw heeft ook een zorgkorting van 5% voorgesteld, gezien het gebrek aan contact tussen de vader en het kind. Uiteindelijk bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank en compenseert de proceskosten, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.