Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
Partijen hebben beiden de Nederlandse nationaliteit.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de partneralimentatie tussen een vrouw en een man, die in Turkije woont. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg van 15 januari 2020, waarin de partneralimentatie was vastgesteld op € 194,- per maand. De vrouw verzocht om verhoging van dit bedrag naar € 654,- per maand, gebaseerd op de draagkracht van de man.
De man, die niet in de procedure verscheen en geen verweerschrift indiende, werd opgeroepen via publicatie in de Staatscourant, omdat zijn woonadres niet bekend was. Het hof heeft vastgesteld dat de man op de juiste wijze was opgeroepen en dat er geen wijziging was in zijn woonplaats. Het hof heeft de feiten van de zaak vastgesteld, waaronder het huwelijk van partijen op 18 april 1980 en de inschrijving van de echtscheiding op 4 februari 2020.
Het hof heeft de draagkracht van de man beoordeeld en vastgesteld dat hij in staat is om met ingang van 23 december 2021 een partneralimentatie van € 585,- per maand te voldoen. De eerdere beschikking van de rechtbank werd vernietigd voor zover deze betrekking had op de partneralimentatie met ingang van deze datum. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de eerdere beschikking werd voor het overige bekrachtigd.