Uitspraak
s-HERTOGENBOSCH
[advocaten] Advocaten B.V.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“Claims in verband met beweerdelijke aansprakelijkheid van [geïntimeerde] dienen zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend, doch uiterlijk binnen 6 maanden na afloop van de behandeling van de desbetreffende zaak.”. Op 18 december 2015 heeft [geïntimeerde] namens [appellant] een beslagrekest ingediend, waarbij verlof is verzocht voor het leggen van conservatoir derdenbeslag uit hoofde van twee vorderingen: een vordering van € 31.000,00 uit hoofde van een beschikking van het hof over de verdeling van het saldo van een bankrekening en een vordering van € 195.000,00 ter zake de door [appellant] geleden schade ten gevolge van de weigering tot afgifte van de administratie. De voorzieningenrechter heeft het verzochte beslag voor een bedrag van
“een zodanige voorziening te treffen als uw hof in goede justitie redelijk acht, teneinde tot een oplossing te komen in het geschil tussen partijen en in 2e instantie alsnog recht te doen.”
“ [appellant] heeft wel degelijk laten weten dat hij de hij[hof: taalfouten conform origineel]
teleurgesteld was in de rechtsbijstand door [geïntimeerde] BV. En is op 3 mei 2017 bij de rechtbank Breda geweest om dit toe te lichten. Maar door de onjuiste dagvaarding is de zaak naar Tilburg verwezen en daar is het misgegaan want hij is niet opgeroepen voor een zitting.”
“Het honorarium terzake van de door [geïntimeerde] verrichte werkzaamheden zal worden vastgesteld aan de hand van het aantal gewerkte uren vermenigvuldigd met de door [geïntimeerde] gehanteerde uurtarieven. Daarnaast worden aan opdrachtgever in rekening gebracht een vaste opslag voor kantoorkosten ad 6 % van het honorarium, (indien van toepassing) omzetbelasting en eventuele verschotten (zoals griffiegelden, deurwaarderskosten, etc”.Aldus heeft [geïntimeerde] kenbaar gemaakt aan [appellant] tegen welk tarief zij haar diensten zou verlenen. Indien [appellant] een begroting had willen hebben van de te verwachten totaalkosten van de door [geïntimeerde] in te stellen procedure tot het leggen van beslag had het op zijn weg gelegen [geïntimeerde] hierom te vragen. Van misleidende informatie van [geïntimeerde] terzake haar diensten althans een oneerlijke handelspraktijk is het hof niet gebleken. De eerste grief faalt.