Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
- De appeldagvaarding van 12 maart 2020;
- de memorie van grieven van Solera met producties 9 tot en met 17;
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep, tevens grieven in incidenteel appel van [geïntimeerde] met producties 1 en 2;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van Solera met producties 18 en 19;
- de mondelinge behandeling van 20 oktober 2021 (op verzoek van [geïntimeerde] ), waarbij de advocaten het woord hebben gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnota’s.
2.De beoordeling
Salary
Other Benefits
€ 2.402,50 aan proceskosten dat Solera ter voldoening aan het eindvonnis in eerste aanleg aan [geïntimeerde] heeft betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaaldag. Bovendien vordert Solera de veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten in beide instanties, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
Een dergelijke stelling van [geïntimeerde] valt inderdaad niet af te leiden uit de processtukken. Deze grief is echter niet gericht tegen een dragende overweging van de beslissing en kan op zichzelf niet leiden tot een andere beslissing. De grief behoeft geen verdere bespreking.
6.De uitspraak
- bekrachtigt het bestreden tussenvonnis 18 juli 2019 en bekrachtigt het eindvonnis van 19 december 2019 voor wat betreft de proceskostenveroordeling;
- vernietigt het bestreden eindvonnis met uitzondering van de proceskostenveroordeling en opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling aan Solera van een bedrag van € 210.794,96, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2018 tot de dag van voldoening;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de proceskosten aan de zijde van Solera in principaal appel tot op heden begroot op € 5.517,-- aan griffierecht, € 105,-- kosten dagvaarding en € 8.128,-- advocaatkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na deze uitspraak;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van Solera in incidenteel appel tot op heden begroot op € 4.064,-- aan advocaatkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na deze uitspraak;
- veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling van nakosten aan Solera, begroot op € 163,-- indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 248,-- vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;
- verklaart deze beslissing voor wat betreft de veroordelingen tot betaling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.