Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- poging tot zware mishandeling (feit 1 meer subsidiair);
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (feit 3);
- mishandeling (feit 4);
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (feit 5).
hij op of omstreeks 14 april 2019 te Gemert, gemeente Gemert-Bakel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een kogel in het lichaam (bil-/liesstreek) van die [slachtoffer 1] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 14 april 2019 te Gemert, gemeente Gemert-Bakel, aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een schotwond in de bil-/liesstreek, heeft toegebracht door met een vuurwapen een kogel in die bil-/liesstreek te schieten;
hij op of omstreeks 14 april 2019 te Gemert, gemeente Gemert-Bakel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een vuurwapen een kogel in het lichaam (bil-/liesstreek) van die [slachtoffer 1] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 14 april 2019 te Gemert, gemeente Gemert-Bakel, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door opzettelijk dreigend een vuurwapen tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] te zetten, althans dat vuurwapen op het hoofd van die [slachtoffer 2] te richten en/of (daarbij) die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ga jullie schieten”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 14 april 2019 te Gemert, gemeente Gemert-Bakel, [slachtoffer 3] heeft mishandeld door die [slachtoffer 3] met een vuurwapen, althans een hard voorwerp, tegen het hoofd te slaan;
hij op of omstreeks 14 april 2019 te Gemert, gemeente Gemert-Bakel, [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door opzettelijk dreigend bij die [slachtoffer 3] een vuurwapen op het hoofd en/of lichaam te richten en/of (daarbij) die [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ga je/jullie schieten” en/of “Je weet niet wie wij zijn”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
(hof: [naam meisje ] )herkende op de foto die [slachtoffer 1] hem had toegestuurd. Hij dacht dat zij de vriendin was van ‘die jongen’, omdat zij de hele tijd samen waren. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij
daaromwist dat de jongen op de foto de jongen was die had geschoten (p. 42).
(hof: de verdachte)herkende als de schutter, kan dit naar het oordeel van het hof uit de in zijn eerste politieverklaring gebezigde bewoordingen niet ondubbelzinnig worden afgeleid.
(het hof begrijpt, gelet op de overige stukken in het dossier: [naam meisje ] )de vriendin van de jongen was.
(het hof begrijpt: [naam jongen] )een foto gezien van deze [naam verdachte] en herkende hem als de schutter. Vervolgens is [slachtoffer 3] op 11 september 2019 telefonisch door de politie benaderd en is hem de vraag gesteld of hij deze foto ook had gezien. [slachtoffer 3] heeft toen verklaard dat hij de foto heeft gezien en dat hij meteen dacht dat de jongen hem bekend voor kwam. Hij heeft verklaard dat hij de persoon herkende als degene die hem en [slachtoffer 2] met een vuurwapen had bedreigd en hem vervolgens met het vuurwapen had geslagen. Daarna is hij op de grond gevallen en hoorde hij maximaal 10 seconden later de harde knal van het schot. Hij heeft het neerschieten van [slachtoffer 1] niet gezien, maar is er gelet op het zeer korte tijdsverloop vrijwel zeker van dat dezelfde persoon de schutter is geweest (p. 47-48, 49).