In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de kinderalimentatie en de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de man en de vrouw, die samen twee minderjarige kinderen hebben. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M.A. Leijser, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 1 april 2021. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Joosen, heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de procedure is gebleken dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de alimentatie en de zorgregeling voor de kinderen. De man heeft erkend dat hij de kinderen heeft en dat zij hun hoofdverblijf bij de vrouw hebben. De afspraken die partijen hebben gemaakt, omvatten onder andere de hoogte van de kinderalimentatie, de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, en de omgangsregeling. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en de gemaakte afspraken in de beschikking opgenomen, waarbij de alimentatie is vastgesteld op € 125,- per kind per maand, met een toekomstige indexering. De verdeling van de zorg- en opvoedingstaken is ook vastgelegd, waarbij de man de kinderen om het weekend ophaalt en de vakanties in onderling overleg worden verdeeld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank voor het overige bekrachtigd.