ECLI:NL:GHSHE:2021:3693
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak gaat het om de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2013, die sinds 2015 onder toezicht staat van een gecertificeerde instelling (GI) vanwege ernstige ontwikkelingsbedreigingen. De moeder van de minderjarige is in hoger beroep gegaan tegen de beslissing van de rechtbank Limburg, die op 3 augustus 2021 de ondertoezichtstelling heeft verlengd tot 6 augustus 2022. De moeder betwist de noodzaak van de ondertoezichtstelling en stelt dat de hulpverlening in een vrijwillig kader kan plaatsvinden. De vader en de GI zijn van mening dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is, gezien de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige en het schoolverzuim tijdens de verblijven bij de moeder.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 november 2021 zijn zowel de moeder als de vader en de stiefmoeder gehoord. De GI heeft aangegeven dat de moeder onvoldoende medewerking verleent aan de hulpverlening en dat er zorgen zijn over het gedrag en de ontwikkeling van de minderjarige. Het hof heeft de argumenten van beide ouders en de GI overwogen en geconcludeerd dat de verlenging van de ondertoezichtstelling gerechtvaardigd is. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet voldoende bereidheid heeft getoond om mee te werken aan de noodzakelijke hulpverlening en dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig bedreigd wordt.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat. De beslissing is genomen in het kader van de wettelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, die de mogelijkheid bieden om een minderjarige onder toezicht te stellen wanneer zijn ontwikkeling ernstig bedreigd is. De zaak benadrukt de noodzaak van adequate hulpverlening en de rol van de ouders in het waarborgen van de ontwikkeling van hun kind.