ECLI:NL:GHSHE:2021:3685

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
200.282.804_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Begeleide omgangsregeling tussen vader en minderjarige na schorsing eerdere beschikking

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige, geboren in 2010. De moeder, verzoekster in principaal appel, en de vader, verweerder in principaal appel, zijn in een juridische strijd verwikkeld over de invulling van het contact tussen de vader en de minderjarige. De Raad voor de Kinderbescherming is ook betrokken in deze procedure. Op 25 februari 2021 heeft het hof de werking van een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg geschorst en partijen verzocht om de voortgang van Skype-contacten tussen de vader en de minderjarige te rapporteren. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 november 2021 hebben beide ouders hun standpunten toegelicht, waarbij het hof heeft vastgesteld dat beide ouders contact tussen de vader en de minderjarige in het belang van de minderjarige vinden. Het hof heeft besloten om partijen te verwijzen naar een begeleide omgangsregeling, waarbij de frequentie en inhoud van de contacten door de betrokken instantie worden bepaald. De skypecontacten dienen voortgezet te worden totdat er regelmatig feitelijk contact plaatsvindt. De verdere behandeling van de zaak is aangehouden tot 14 april 2022, met een voortzetting van de mondelinge behandeling op 30 juni 2022.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 9 december 2021
Zaaknummer: 200.282.804/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/03/226274 / FA RK 16-3486
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder] ,
In deze zaak woonplaats kiezende te [kantoorplaats] op het kantoor van haar advocaat,
verzoekster in principaal appel,
verweerster in incidenteel appel,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. S.L.B. Koelman-Duijf,
tegen
[de vader],
wonende te [woonplaats] (België),
verweerder in principaal appel,
verzoeker in incidenteel appel,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. C.C. Berends.
Deze zaak gaat over [minderjarige] (hierna: [minderjarige] ), geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2010.
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Zuidoost-Nederland, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: de raad.

5.De beschikking d.d. 25 februari 2021

Bij die beschikking heeft het hof de werking van de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht van 5 juni 2020 met ingang van 1 februari 2021 geschorst. Daarnaast heeft het hof vastgesteld dat partijen overeen zijn gekomen dat [minderjarige] en de vader via Skype contact hebben onder de voorwaarden zoals beschreven onder rechtsoverweging 3.7.1 van die beschikking.
Tenslotte heeft het hof de behandeling van de zaak tot 1 april 2021 pro forma aangehouden, met verzoek aan de advocaten van partijen het hof tijdig voor de pro forma datum te informeren over de wijze waarop de Skypegesprekken tussen de vader en [minderjarige] verlopen en iedere verdere beslissing aangehouden.

6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

6.1.
De voortzetting van de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 november 2021. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- de moeder, bijgestaan door mr. Koelman-Duijf;
-de vader, bijgestaan door mr. Berends;
-de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] ;
6.2.1.
Het hof heeft de minderjarige [minderjarige] in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken.
Hij heeft hiervan gebruik gemaakt en is voorafgaand aan de mondelinge behandeling buiten aanwezigheid van partijen en overige belanghebbenden gehoord. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voorzitter de inhoud van dit verhoor zakelijk weergegeven, waarna alle aanwezigen de gelegenheid hebben gekregen daarop te reageren.
6.3.
Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van:
- het V6 formulier en de brief van de advocaat van de moeder d.d. 27 januari 2021 met producties 35 en 36;
- het V6 formulier en de brief van de advocaat van de moeder d.d. 29 januari 2021 met productie 37;
- het faxbericht van de advocaat van de advocaat van de vader d.d. 23 februari 2021;
- het V8 formulier en de brief van de advocaat van de moeder d.d. 5 maart 2021;
- het V8 formulier van de advocaat van de vader d.d. 25 maart 2021;
- de brief van Kinder- en Jongerenrechtswinkel [plaats] d.d. 26 maart 2021 met bijlage;
- het V6 formulier van de advocaat van de vader d.d. 30 maart 2021 met ‘Verloop skypecontacten’ en bijlagen 1 tot en met 10;
- het V6 formulier en de brief van de advocaat van de moeder d.d. 30 maart 2021 met bijlagen 1 tot en met 11;
- het V6 formulier en de brief van de advocaat van de moeder d.d. 9 november 2021 met bijlagen 12 en 13;
- het V6 formulier van de advocaat van de vader d.d. 11 november 2021 met het concept raadsrapport d.d. 29 oktober 2021.

7.De verdere beoordeling

7.1.
Het hof overweegt het volgende.
7.2.
Uit hetgeen partijen over en weer naar voren hebben gebracht, blijkt dat beide ouders contact tussen de vader en [minderjarige] in het belang van [minderjarige] vinden. Over de manier waarop het contactherstel moet plaatsvinden en de wijze waarop invulling moet worden gegeven aan het contact, liggen de standpunten van partijen echter uiteen. Het hof heeft partijen voorgehouden dat het hof ten aanzien van het contact tussen de vader en [minderjarige] – evenals de raad – een verwijzing naar de begeleide omgangsregeling van [locatie] in het belang van [minderjarige] acht. Partijen hebben aan het hof verklaard dat zij hiermee instemmen.
7.3.
Het hof zal partijen derhalve verwijzen naar [locatie] . De invulling van het contact wordt, wat betreft omvang en frequentie, overgelaten aan [locatie] , waarbij het hof als uitgangspunt denkt aan een frequentie van eens per 14 dagen en de contactmomenten met beide ouders afgestemd worden waarbij aan de zijde van de vader rekening gehouden wordt met zijn werkrooster. De prioriteit en de nadruk dient te liggen op het daadwerkelijk tot stand brengen van de fysieke contacten tussen de vader en [minderjarige] . Daarnaast kan er ook gewerkt worden aan de ouderschapsrelatie tussen partijen. Dit laatste mag echter niet leiden tot vertraging in de contacten tussen de vader en [minderjarige] . Beide ouders en [minderjarige] vinden het fijn dat er tijdens de contacten tussen de vader en [minderjarige] - daar waar mogelijk - activiteiten door hen beiden samen worden ondernomen. Het hof staat daar achter.
7.4.
De skypecontacten die momenteel conform de beschikking van dit hof van 25 februari 2021 plaatsvinden, dienen doorgang te blijven vinden, in ieder geval tot er regelmatig feitelijk contact bij [locatie] plaatsvindt. De schorsing van de werking van de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht van 5 juni 2020 zoals opgenomen in het dictum van de beschikking van dit hof van 25 februari 2021 blijft gehandhaafd.
7.5.
Gelet op het voorgaande zal het hof de verdere behandeling van de zaak aanhouden, en wel tot 14 april 2022 pro forma, teneinde door partijen te worden geïnformeerd over het de stand van zaken en het eventuele verloop van de begeleide omgang via [locatie] .
7.6.
De mondelinge behandeling zal worden voortgezet op 30 juni 2022 om 09.00 uur.
[locatie] wordt verzocht vóór 16 juni 2022 het hof de (eventuele) rapportage c.q. het verslag te doen toekomen en het hof schriftelijk in kennis te stellen van het verloop en het resultaat van voormeld hulpverleningstraject.
Mocht daartoe aanleiding bestaan, bijvoorbeeld indien het contactherstel niet van de grond komt, worden de advocaten van partijen verzocht het hof per omgaande te informeren.

8.De beslissing

Het hof:
verwijst partijen voor een begeleide omgangsregeling, bestaande uit het begeleiden, opstarten en opbouwen van het contact tussen de vader en [minderjarige] , naar [locatie] , [adres] , [postcode] [plaats] , tel [telefoonnummer] , waarbij tijdstippen, duur, aantal, frequentie en inhoud van de contacten worden bepaald door de medewerkers van [locatie] , na overleg met de ouders en met inachtneming van hetgeen het hof in r.o. 7.3. heeft overwogen;
verzoekt de griffier een afschrift van deze beschikking te doen toekomen aan [instantie] via:
[e-mailadres];
verzoekt [locatie] het hof tijdig vóór 16 juni 2022 schriftelijk te informeren over het verloop van de begeleide contacten, onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift daarvan aan de advocaat van de vader, de advocaat van de moeder en de raad;
bepaalt dat de skypecontacten die momenteel conform de beschikking van 25 februari 2021 plaatsvinden, doorgang dienen te vinden, in ieder geval tot regelmatig feitelijk contact bij [locatie] plaatsvindt;
verzoekt de advocaten van partijen het hof per omgaande te informeren indien daartoe aanleiding bestaat, bijvoorbeeld indien het begeleide omgangstraject niet van de grond komt;
houdt de verdere behandeling van deze zaak, in verband met hetgeen onder 7.2 en 7.5 is overwogen, aan tot
PRO FORMA 14 april 2022;
bepaalt dat de mondelinge behandeling wordt voortgezet op
30 juni 2022 om 09.00 uur.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E.L. Schaafsma-Beversluis, J.C.E. Ackermans-Wijn en E.M.C. Dumoulin en is in het openbaar uitgesproken op 9 december 2021 door mr. C.D.M. Lamers in tegenwoordigheid van de griffier.