Uitspraak
,
hierna te noemen: [minderjarige] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die op 9 december 2021 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om een hoger beroep betreffende het gezag en de omgangsregeling van een minderjarige, geboren in 2009, die lijdt aan het syndroom van Omenn, diabetes type 1 en een ernstige verstandelijke beperking. De moeder, verzoekster in principaal appel, en de vader, verweerder in principaal appel, zijn in een juridische strijd verwikkeld over de zorg voor hun kind. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in een eerder rapport geadviseerd om het eenhoofdig gezag bij de moeder te leggen en geen omgangsregeling tussen de vader en het kind vast te stellen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant vernietigd en bepaald dat het ouderlijk gezag aan de moeder toekomt, waarbij het belang van het kind voorop staat. De vader heeft in de procedure zijn onvrede geuit over het advies van de raad en verzocht om een omgangsregeling, maar het hof heeft geoordeeld dat omgang met de vader niet in het belang van het kind is. De vader is onvoldoende betrokken bij de zorg en ontwikkeling van het kind, en onregelmatige bezoeken zouden meer onrust en spanning voor het kind met zich meebrengen. Het hof heeft de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.