Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 2 juni 2020;
- de akte na tussenarrest van [appellant] met producties;
- de antwoordakte van Automotoren met producties.
9.De verdere beoordeling
heeft zich in zijn akte uitgelaten over een vijftal concrete schadeposten; Automotoren heeft hierop gereageerd in haar antwoordakte. Het hof zal de schadeposten hierna achtereenvolgens bespreken en zal daarbij, voor zoveel nodig, ook ingaan op het causaal verband. Daaraan voorafgaand verdienen enkele kwesties de aandacht die voor twee of meer schadeposten van belang zijn.
Schaderapport
€ 2.262,12 (excl. btw) gevorderd. Volgens [appellant] is sprake van - door Automotoren te vergoeden - kosten ter vaststelling van aansprakelijkheid en schade in de zin van artikel 6:96 lid 2 sub b BW. Automotoren heeft betwist dat de in verband met het schaderapport gemaakte kosten voor rekening van [appellant] zijn gekomen (zie reeds cva p. 8). Volgens Automotoren is de rechtsbijstandsverzekeraar van [appellant] opdrachtgever van het rapport geweest en zijn de in verband met het rapport gemaakte kosten voor rekening van deze verzekeraar gekomen. Ter onderbouwing van de schadepost heeft [appellant] een afschrift van het schaderapport in het geding gebracht, dat onder meer een opgave bevat van de gemaakte uren en de door Achmea Expertise gemaakte kosten. Uit dit rapport volgt evenwel niet dat deze kosten voor rekening van [appellant] zijn gekomen. [appellant] heeft geen factuur (of ander schriftelijk bescheid) overgelegd waaruit blijkt dat zijn verzekeraar de expertisekosten aan hem in rekening heeft gebracht. Ook overigens heeft [appellant] onvoldoende gesteld om te kunnen oordelen dat hij recht heeft op vergoeding van het genoemde bedrag van € 2.262,12. Aan bewijslevering komt het hof aldus niet toe. De schadepost van € 2.262,12 (excl. btw) zal het hof daarom afwijzen.
Herstelkosten
Datzelfde zal gebeuren met de vordering van [appellant] die betrekking heeft op de kosten van de aanschaf van onderdelen ten behoeve van de montage van de motor in de auto van [betrokkene] . Volgens [appellant] hebben deze onderdelen € 496,65 (excl. btw) gekost. [appellant] heeft daarbij verwezen naar de gespecificeerde factuur van [naam] van 11 november 2016. Automotoren heeft onvoldoende gemotiveerd weersproken dat deze onderdelen noodzakelijk waren om de bij [de vennootschap] aangeschafte motor in te bouwen. Die noodzaak hoeft niet te blijken uit de factuur van [naam] , zoals Automotoren heeft aangevoerd.
Het schadeonderdeel ‘motorolie’ is niet betwist door Automotoren, zodat het gevorderde bedrag ad € 36,15 kan worden toegewezen.
Dat geldt niet voor de in het geheel niet toegelichte (en door Automotoren betwiste) posten ter zake ‘koelvloeistof’, ‘vloeistof airco-systeem’ en ‘kosten uitlezen’ ad respectievelijk
€ 42,70, € 135,- en € 29,95. In zoverre zal de vordering worden afgewezen.
€ 369,19 in rekening heeft gebracht en dat dit bedrag door [appellant] is betaald. Automotoren heeft wel aangevoerd dat [appellant] de transportkosten onnodig heeft gemaakt, stellende dat zij de auto ‘na reparatie’ weer zou terugbrengen. Automotoren miskent hiermee dat zij deze reparatie niet heeft uitgevoerd. Het verweer wordt daarom verworpen. Klaarblijkelijk verdisconteert [autotransportbedrijf] de door haar chauffeur gewerkte uren in het bedrag per kilometer, dat daardoor uitkomt op € 1,06 per kilometer. Mede gelet hierop verwerpt het hof het verweer van Automotoren dat de kosten niet redelijk waren. Dat Automotoren, zoals zij verder nog heeft gesteld, normaal € 150,- rekent voor het transport van een auto door Nederland is niet van belang, nu is gesteld noch gebleken dat Automotoren [appellant] heeft aangeboden om het transport vanuit [plaats] voor dit bedrag te verrichten.
Het hof zal het bedrag van € 369,19 toewijzen.
De vordering is daarom toewijsbaar tot het bedrag van € 421,88.
Het hof zal wel € 850,- toewijzen, omdat uit het verweer van Automotoren in ieder geval blijkt dat (minimaal) 13,60 uur nodig is voor de (de-)montage van de motor en nu zij het door [appellant] gehanteerde uurtarief van € 62,50 niet heeft betwist.
Het totaal van de toewijsbare daadwerkelijke herstelkosten (motor, transport motor, onderdelen, arbeid) blijft beneden het bedrag van € 6.183,62 (incl. btw) dat het plaatsen van een nieuwe motor door een dealer volgens Automotoren zou hebben gekost, zodat het desbetreffende verweer van Automotoren wordt verworpen.
Kosten vervangend vervoer
Kosten Frankrijk / auto ophalen
€ 1,06 per kilometer oordeelt het hof passend. Het hof zal alsnog € 1.586,10 toewijzen.
Kosten lening (rente en afsluitkosten)
€ 369,19, vervoer auto,
€ 421,88, vervoer motor,
€ 850,00, arbeid,
€ 1.586,10, ophalen auto.
Daarnaast zal het hof buitengerechtelijke incassokosten toewijzen, nu de verschuldigdheid daarvan niet is betwist. Het hof zal niet het gevorderde bedrag toewijzen, aangezien dat is gebaseerd op de gevorderde hoofdsom, die niet volledig toewijsbaar is. Het hof zal een bedrag toewijzen overeenkomstig het toe te wijzen deel van de hoofdsom en conform het rapport VoorWerk II, neerkomend op € 929,28.
883,00
726,00
€ 199,00 vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden.
10.De uitspraak
- de eerste aanleg en begroot die kosten aan de zijde van [appellant] op € 968,21 aan verschotten en op € 1.390,00 aan salaris advocaat;
- het hoger beroep, en begroot die kosten aan de zijde van [appellant] tot op heden op
€ 813,79 aan verschotten en op € 1.897,50 aan salaris advocaat voor het hoger beroep;
en voor wat betreft de nakosten op € 131,- indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 199,- vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden,
en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der voldoening;