Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- feit 1; in de uitoefening van een beroep/bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid;
- feit 2: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 mei 2019 tot en met 5 juni 2019 te ’s-Hertogenbosch
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 mei 2019 tot en met 5 juni 2019 te ’s-Hertogenbosch
hij in de periode van 22 mei 2019 tot en met 5 juni 2019 te 's-Hertogenbosch opzettelijk heeft geteeld in een pand gelegen aan de [adres 2]
hij in de periode van 22 mei 2019 tot en met 5 juni 2019 te 's-Hertogenbosch een hoeveelheid elektriciteit toebehorende aan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om die hoeveelheid elektriciteit zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij die weg te nemen hoeveelheid elektrische energie onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
- Illegaal afgenomen elektriciteit (22.723 kWh x € 0,0632)): € 1.436,09
- Administratiekosten: € 384,32
- Uurtarief fraude-inspecteur: € 231,00
- Netmeting: € 349,83
- Capaciteitskosten (126 dagen x € 1.3821)): € 174,15
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
140 (éénhonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
70 (zeventig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 2.225,56 (tweeduizend tweehonderdvijfentwintig euro en zesenvijftig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.