6.3.Op de verzekering zijn van toepassing verklaard de algemene voorwaarden volgens model 30604 en 22021. De algemene voorwaarden volgens model 30604 (hierna: de polisvoorwaarden) luiden onder meer:
‘
Voorwaarden
InkomensZekerPlan
Beroepsarbeidsongeschiktheid
(…)
art 1 | Begrippen
a beroep of bedrijf
het op het verzekeringsbewijs genoemde beroep of bedrijf van de verzekerde;
(…)
art 2 | Strekking van deze verzekering
1. Het doel van deze verzekering is om een uitkering te doen bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde.
2 Deze verzekering heeft ook tot doel om de verzekerde te helpen in het verminderen van zijn
arbeidsongeschiktheid.
art 3 | Verzekerde inkomen
1. Het verzekeringsbewijs vermeldt het verzekerde inkomen per jaar.
(…)
art 6 | Arbeidsongeschiktheid
1. Wij stellen de mate van arbeidsongeschiktheid vast aan de hand van rapportages van door ons aan te wijzen deskundigen.
2 Van arbeidsongeschiktheid is uitsluitend sprake indien er in relatie tot ziekte of ongeval, objectief medisch vast te stellen stoornissen bestaan, waardoor de verzekerde beperkt is in zijn of haar functioneren.
3 Zonder iets af te doen aan het voorgaande is arbeidsongeschiktheid aanwezig als de verzekerde voor ten minste 25% ongeschikt is voor het verrichten van werkzaamheden die verbonden zijn aan het beroep of bedrijf, of die in het beroep of bedrijf in redelijkheid van de verzekerde verlangd kunnen worden. Bij het vaststellen van de werkzaamheden houden we rekening met mogelijke taakaanpassingen, taakverschuivingen, en/of aanpassing van werkomstandigheden.
4 Wij drukken de mate van arbeidsongeschiktheid uit in een percentage. Dit percentage noemen wij het arbeidsongeschiktheidspercentage.
(…)
art 8 | Berekening van de uitkering
1. Na afloop van de eigenrisicoperiode is er recht op uitkering voor elke dag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is.
2 Het uitkeringspercentage is gelijk aan het arbeidsongeschiktheidspercentage.
3 In de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid berekenen wij de uitkering door het verzekerde inkomen per dag te vermenigvuldigen met het uitkeringspercentage.
Voor het bepalen van de periode van 52 weken worden tijdvakken van arbeidsongeschiktheid die elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen, beschouwd als één tijdvak.
4 Na afloop van de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid berekenen wij de uitkering door het verzekerde inkomen per dag te vermenigvuldigen met het uitkeringspercentage.
(…)
art 25 | Premiereductie bij arbeidsongeschiktheid
1. Zolang de verzekerde recht heeft op uitkering bij arbeidsongeschiktheid en deze arbeidsongeschiktheid langer dan 52 weken bestaat, verlenen wij korting op de premie.
2 Het kortingspercentage is gelijk aan het uitkeringspercentage.’