ECLI:NL:GHSHE:2021:3515

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 november 2021
Publicatiedatum
23 november 2021
Zaaknummer
200.290.915_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over aannemingsovereenkomst en schadevergoeding tussen Stelbograaf B.V. en Emon B.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van Stelbograaf B.V. tegen Emon B.V. naar aanleiding van een geschil over een aannemingsovereenkomst. De overeenkomst, gesloten op 18 juli 2018, betrof de verwijdering van een bitumineus dak en de installatie van nieuwe dakpanelen. Stelbograaf vorderde in eerste aanleg onder andere schadevergoeding voor waterschade en kosten voor de verwijdering van de dakbedekking. De rechtbank Zeeland-West-Brabant wees de vorderingen van Stelbograaf gedeeltelijk toe, maar wees ook een aantal vorderingen af en veroordeelde Stelbograaf in de proceskosten van het incident.

In hoger beroep heeft Stelbograaf twee grieven geformuleerd en verzocht om vernietiging van het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft vastgesteld dat Stelbograaf haar eis heeft gewijzigd, maar dat deze wijziging mogelijk niet tijdig aan Emon is kenbaar gemaakt. Het hof heeft daarom besloten om de zaak aan te houden en Stelbograaf de gelegenheid te bieden om de eiswijziging alsnog bij exploot aan Emon kenbaar te maken. De zaak is verwezen naar de rol van 11 januari 2022 voor verdere behandeling.

De uitspraak van het hof is gedaan op 23 november 2021 en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer. De zaak betreft belangrijke juridische aspecten van de artikelen 130 en 353 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, die betrekking hebben op de procedurele rechten van partijen in hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.290.915/02
arrest van 23 november 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
Stelbograaf B.V.,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna: Stelbograaf,
advocaat: mr. A.G.W. van Kessel te Leeuwarden,
tegen
de besloten vennootschap
Emon B.V.,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna: Emon,
niet verschenen,
op het bij dagvaardingsexploot van 25 februari 2021 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, gewezen vonnis van 2 december 2020 tussen Stelbograaf als eiseres en Emon als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak C/02/367879/HA ZA 20-45)

Hiervoor verwijst het hof naar voornoemd vonnis en het daaraan voorafgaande vonnis in incident van 10 juni 2020.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het voornoemde dagvaardingsexploot van Stelbograaf met producties;
- de rolaantekening dat tegen Emon verstek is verleend;
  • de memorie van grieven van Stelbograaf met producties;
  • de rolaantekeningen dat de zaak is geroyeerd en daarna weer is hervat.
2.2
Na gevraagd arrest heeft het hof een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op de voornoemde stukken en die van de eerste aanleg.

3.De beoordeling

3.1
Als hier relevant feit vermeldt het hof uitsluitend het navolgende.
Bij op 18 juli 2018 gesloten aannemingsovereenkomst heeft Emon zich verbonden om het bitumineuze dak en dakplaten van een bedrijfshal te verwijderen en dakpanelen type Rex SDW Dak 4 ECO te monteren en op te leveren tegen een door Stelbograaf te betalen prijs van
€ 153.000,-- excl. BTW.
3.2
Inzet eerste aanleg:
3.2.1
In dit met de dagvaarding van 15 januari 2020 ingeleide geding heeft Stelbograaf in eerste aanleg kort gezegd gevorderd in:
- het incident: dat Emon als provisionele voorziening € 10.000,-- voor (nood)reparaties aan
de dakbedekking moet betalen;
- de hoofdzaak: a. te verklaren voor recht dat de aannemingsovereenkomst door Stelbograaf
per 24 juni 2019 buitengerechtelijk is vernietigd en ontbonden;
b. Emon te veroordelen tot betaling van:
1. € 14.943,50 aan resterende -op 2 november 2018 geleden- waterschade;
2. € 29.923,37 aan gefactureerde uitzendkosten;
3. € 160.930,-- als door de ontbinding terug te betalen (en te crediteren) factuurbedragen;
4. € 195.000,-- aan kosten voor verwijdering dakbedekking en terugplaatsing van een plat dak;
5. vergoeding van onvoorziene kosten op te maken bij staat,
c. alles te vermeerderen met proceskosten, b.1-3 met wettelijke handelsrente en b.1-2 met buitengerechtelijke (incasso) kosten.
3.2.2
Bij het tussenvonnis heeft de rechtbank de vordering in het incident afgewezen en Stelbograaf veroordeeld in de proceskosten van het incident.
3.2.3
Bij het in de hoofdzaak gewezen beroepen eindvonnis heeft de rechtbank kort gezegd Emon uiteindelijk veroordeeld tot betaling van:
A. € 14.943,50 aan resterende -op 2 november 2018 geleden- waterschade, met
€ 924,44 aan buitengerechtelijke (incasso) kosten en met wettelijke rente;
€ 15.680,-- als vergoeding voor geleende werknemers, met € 1.031,80 aan buitengerechtelijke (incasso) kosten en met wettelijke rente.
De rechtbank heeft de overige vorderingen van Stelbograaf afgewezen en bepaald dat ieder de eigen proceskosten moet dragen.
3.3
In beroep formuleert Stelbograaf twee grieven en concludeert Stelbograaf in de kern dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en:
I. zal verklaren voor recht dat Stelbograaf de aannemingsovereenkomst gedeeltelijk mag ontbinden, namelijk voor zover dat:
“(…)
ziet op de levering en de plaatsing van de ongeschikte sandwichpanelen van
REX Panels (…)”(memorie van grieven p. 10 petitum a.);
II. Emon zal veroordelen om aan Stelbograaf te voldoen:
binnen twee weken de ongeschikte lichtdoorlatende sandwichpanelen te vervangen door hellende lichtstraten van polycarbonaat;
binnen twee weken de al met water verzadigde en aan de onderzijde bulten vertonende sandwichpanelen te vervangen door nieuwe exemplaren;
binnen een week na vervanging a. en b. het dak te voorzien van een bitumen dakbedekkingssysteem;
€ 6.000,-- voor het aanhelen/aanlengen van door Emon geplaatste dakpanelen ter realisatie van een 160 m. lange functionele dakgoot;
de proceskosten van beide instanties.
3.4
Het hof stelt vast dat Stelbograaf bij de memorie van grieven -overigens zonder de daarop door het Procesreglement voorgeschreven vermelding- haar eis wijzigt.
Op grond van het in de artikelen 130 lid 1 en 353 lid 1 Rv besloten uitgangspunt mag Stelbograaf dat als oorspronkelijk eiseres doen, maar tegen de in beroep niet verschenen Emon is dat volgens de artikelen 130 lid 3 en 353 lid 1 Rv uitgesloten, tenzij Stelbograaf de eiswijziging (tijdig) bij exploot aan Emon kenbaar heeft gemaakt. Omdat niet duidelijk is dat de in beroep gewijzigde eis (al) bij exploot aan Emon kenbaar is gemaakt, zal het hof Stelbograaf de gelegenheid bieden om zo’n betekeningsexploot (alsnog) te overleggen. Het hof houdt daarom iedere verdere beslissing aan en beslist nu eerst als volgt.

4.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 11 januari 2022 voor akte aan de zijde van Stelbograaf voor het in rov. 3.4 vermelde doel;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.G.W.M. Stienissen, L.S. Frakes en J.K.B. van Daalen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 23 november 2021.
griffier rolraadsheer