Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- 3e kwartaal 2014 (DOC-001, p. 74);
- 4e kwartaal 2015 (DOC-001, p. 87-89);
- 2e kwartaal 2016 (DOC-001, p. 93-95);
- 1e kwartaal 2017 (DOC-002, p. 145-147);
- 4e kwartaal 2018 (DOC-002, p. 174-176),
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan en/of heeft doen laten doen, immers heeft hij en/of (één of meer van) zijn medeverdachte(n), toen aldaar – zakelijk weergeven – opzettelijk op het/de bij de inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, ingeleverde aangiftebiljet(ten) omzetbelasting over genoemd(e) aangiftetijdvak(ken), in elk geval één of meer tijdvak(ken) – zakelijk weergeven – (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid een te hoog en/of onjuist bedrag aan voorbelasting opgegeven en/of doen laten opgeven, terwijl die/dat feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven.
- 3e kwartaal 2014;
- 4e kwartaal 2015;
- 2e kwartaal 2016;
- 1e kwartaal 2017;
- 4e kwartaal 2018,
onjuist heeft gedaan, immers heeft hij toen aldaar opzettelijk op de bij de inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, ingeleverde aangiftebiljetten omzetbelasting over genoemde aangiftetijdvakken telkens valselijk en in strijd met de waarheid een te hoog en onjuist bedrag aan voorbelasting opgegeven, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven.
A.
B.
C.
Alle hiervoor genoemde bankrekeningen waren ten name van de verdachte gesteld. Uit het onderzoek ter terechtzitting is genoegzaam naar voren gekomen dat de Belastingdienst is overgegaan tot uitbetaling van de op aangifte teruggevraagde omzetbelasting op één of meer van deze bankrekeningen en dat de verdachte vervolgens die geldbedragen, althans een deel daarvan, heeft overgeboekt naar zijn privébankrekeningen. Tegenover controlerend belastingambtenaar [belastingambtenaar 2] heeft de verdachte verklaard dat deze laatstbedoelde bedragen zijn opgegaan aan levensonderhoud en het afbetalen van schulden.
D.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
geldboetevan
€ 7.500 (zevenduizendenvijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
72 (tweeënzeventig) dagen hechtenis.