ECLI:NL:GHSHE:2021:3488

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 april 2021
Publicatiedatum
19 november 2021
Zaaknummer
20-003526-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake verduistering

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 15 november 2019 was gewezen. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en wonende te [adres], was in deze strafzaak aangeklaagd voor verduistering, gepleegd op 3 mei 2019 te Roosendaal. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de beslissing ter zake van het onder 2 tenlastegelegde. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft geoordeeld dat niet bewezen is dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, waarbij de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering zal worden gebracht op de opgelegde straf. Deze uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof en is mondeling uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Parketnummer: 20-003526-19

Uitspraak : 16 april 2021
TEGENSPRAAK (art. 279 Sv)
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, van 15 november 2019, in de strafzaak onder parketnummer 02-107008-19 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] ,
thans uit anderen hoofde verblijvende in [verblijfsplaats] .
Kwalificatie
Het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde levert op:

verduistering.

Gepleegd op 3 mei 2019 te Roosendaal.
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 63 en 321 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. A.M.G. Smit.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 april 2021.