In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de ondertoezichtstelling van zijn kinderen is verlengd en de machtiging tot uithuisplaatsing is gegeven. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H.M. Verstraten, verzoekt de beschikking te vernietigen en de GI niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek tot verlenging van de uithuisplaatsing. De GI, Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, verzet zich tegen het hoger beroep en vraagt om bekrachtiging van de beschikking.
De mondelinge behandeling vond plaats op 26 oktober 2021, waarbij de vader, de GI en de pleegouders zijn gehoord. De moeder is niet verschenen, en de Raad voor de Kinderbescherming heeft aangegeven niet ter zitting te verschijnen. De vader stelt dat de kinderen in een neutraal pleeggezin geplaatst moeten worden, omdat de huidige situatie in het pleeggezin van zijn broer spanningen met zich meebrengt. De GI en de pleegouders wijzen erop dat de kinderen zich goed ontwikkelen in het huidige pleeggezin en dat een overplaatsing schadelijk zou zijn voor hun emotionele ontwikkeling.
Het hof oordeelt dat de vader niet-ontvankelijk is in zijn verzoek met betrekking tot de minderjarige voor wie hij geen gezag heeft, maar bekrachtigt de beschikking van de rechtbank voor de andere minderjarige. Het hof benadrukt dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat de huidige situatie, ondanks de spanningen, het beste is voor hun ontwikkeling. Het hof roept alle betrokkenen op om samen te werken aan verbetering van de onderlinge verhoudingen en de hulpverlening.