ECLI:NL:GHSHE:2021:3461

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 november 2021
Publicatiedatum
18 november 2021
Zaaknummer
200.290.812_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake intrekking curatele en wijziging curator

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, heeft de man in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Limburg van 26 november 2020 te vernietigen. Deze beschikking had zijn verzoek tot opheffing van de curatele afgewezen. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.G.P. Voragen, heeft primair verzocht de curatele op te heffen, subsidiair om te zetten naar een minder ingrijpende maatregel van bewind en mentorschap, en meer subsidiair, indien de curatele in stand blijft, om de curator te wijzigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 oktober 2021 zijn de man, zijn moeder en een vertegenwoordiger van de curator gehoord. Het hof heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder e-mailcorrespondentie en processtukken van de eerste aanleg.

De achtergrond van de zaak betreft een eerdere beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, die de man in 2015 onder curatele had gesteld. De man heeft in zijn hoger beroep aangegeven dat de curatele per 16 oktober 2021 was opgeheven en dat er een bewind was ingesteld over zijn goederen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man echter zijn hoger beroep ingetrokken, wat betekent dat hij zijn grieven niet langer handhaafde. Het hof concludeert hieruit dat de man niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzoek in hoger beroep. De uitspraak van het hof is gedaan op 18 november 2021.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 18 november 2021
Zaaknummer: 200.290.812/01
Zaaknummer eerste aanleg: 8697770 CU VERZ 20-118
in de zaak in hoger beroep van:
[de man],
wonende te
[woonplaats] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. R.G.P. Voragen.
Als belanghebbenden in deze zaak merkt het hof aan:
  • [de curator], gevestigd te [vestigingsplaats] , hierna te noemen: de curator;
  • [de moeder] ,wonende te [woonplaats] , hierna te noemen: de moeder van de man;
  • [de broer] ,wonende te [woonplaats] , hierna te noemen: de broer van de man.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 26 november 2020, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift, ingekomen bij het hof op 26 februari 2021, heeft de man verzocht voormelde beschikking te vernietigen en primair de curatele op te heffen, subsidiair de curatele om te zetten naar een minder ingrijpende maatregel van bewind en mentorschap en meer subsidiair, indien de curatele in stand wordt gelaten, de curator te wijzigen.
2.2.
Er is geen verweerschrift ontvangen.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2021. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
  • de man, bijgestaan door mr. R.G.P. Voragen;
  • de heer [medewerker] namens de curator;
  • de moeder van de man.
2.4.
Het hof heeft verder kennisgenomen van de inhoud van:
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 27 oktober 2020;
  • het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de man van 16 april 2021, ontvangen op 22 april 2021;
- e-mailwisseling tussen de man en de bewindvoerder met begeleidend schrijven van de advocaat van de man van 11 oktober 2021.

3.De beoordeling

3.1.
Bij beschikking van 14 augustus 2015 heeft de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, de man onder curatele gesteld wegens lichamelijke of geestelijke toestand met benoeming van de curator.
3.2.
Bij de bestreden beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 26 november 2020, heeft de kantonrechter het verzoek van de man strekkende tot opheffing van de curatele afgewezen.
3.3.
Uit het begeleidend schrijven van de advocaat van de man van 11 oktober 2021 en de tijdens de mondelinge behandeling gegeven toelichting daarop, komt naar voren dat de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, bij beschikking van 5 oktober 2021 de curatele ingesteld over de man per 16 oktober 2021 heeft opgeheven. De kantonrechter heeft in diezelfde beschikking over alle goederen die de man toebehoren of zullen toebehoren een bewind ingesteld en [de curator] benoemd tot bewindvoerder.
3.4.
De man heeft tijdens de mondelinge behandeling het hoger beroep ingetrokken.
3.5.
Het hof maakt hieruit op dat de grieven niet langer worden gehandhaafd. Dit brengt mee dat de man niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het verzoek in hoger beroep.

4.De beslissing

Het hof:
verklaart de man niet-ontvankelijk in het verzoek in hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.N.M. Antens, J.C.E. Ackermans-Wijn en M.L.F.J. Schyns en is in het openbaar uitgesproken op 18 november 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.