Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[geintimeerde 1] ,
11.Het verdere verloop van het geding
- het tussenarrest van 2 februari 2021;
- de schriftelijke reactie van de deskundige van 5 juli 2021 op de antwoordmemorie na deskundigenbericht van [geïntimeerde] ;
- de beslissing van het hof van 26 augustus 2021 waarbij de schadeloosstelling en het loon van de deskundige - aanvullend - zijn vastgesteld op € 707,85 inclusief btw;
- de “memorie” na deskundigenbericht (na aanvulling) van [appellante] van 17 augustus 2021;
- de “antwoordmemorie” na aanvullend deskundigenbericht van [geïntimeerde] van 14 september 2021.
12.De verdere beoordeling
primairverwijdering van de airco-installaties en
subsidiaireen verbod op het gebruik ervan, een en ander op verbeurte van een dwangsom. Voor toewijzing van de primaire vordering bestaat onvoldoende grond aangezien in het tussenarrest van 16 juli 2019 grief II over de gestelde visuele hinder in zoverre is verworpen (r.o. 3.9). Voor zover grief II slaagt, past daarbij toewijzing van de subsidiaire vordering over het gebruik van de airco’s. Uit de beantwoording van vraag 3 door de deskundige leidt het hof af dat een doeltreffende technische oplossing met behoud van de huidige apparaten onder de gegeven omstandigheden, waaronder de gespannen verstandhouding tussen partijen, niet goed denkbaar is. Door [geïntimeerde] zijn tegen deze subsidiaire vordering, afgezien van de inmiddels in zijn nadeel besliste kwestie van de geluidhinder, voor het overige geen verweren gevoerd die aan toewijzing ervan in de weg staan. Het hof zal de door [appellante] gevorderde dwangsom matigen en maximeren als in het dictum vermeld.
€ 402,33aan [appellante] te betalen.