Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
[minderjarige](hierna: [minderjarige]), geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats].
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de vader alleen het gezag over hun minderjarige kind, geboren in 2015, is toegewezen. De moeder, die in hoger beroep is gekomen, stelt dat er geen wijziging van omstandigheden is die rechtvaardigt dat het gezag alleen aan de vader wordt toegewezen. De vader daarentegen betoogt dat de moeder door haar psychische en verslavingsproblematiek niet in staat is geweest om haar ouderrol adequaat te vervullen en dat het eenhoofdig gezag in het belang van het kind is. Tijdens de mondelinge behandeling zijn beide ouders gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming, die de situatie van het kind heeft beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder en vader sinds 2016 gezamenlijk gezag uitoefenen, maar dat de omstandigheden sindsdien zijn gewijzigd. De moeder heeft in het verleden periodes van instabiliteit gekend, wat heeft geleid tot een situatie waarin de vader het gezag feitelijk alleen heeft uitgeoefend. Het hof concludeert dat het in het belang van het kind noodzakelijk is dat het gezag alleen door de vader wordt uitgeoefend, gezien de onzekere situatie van de moeder en het gebrek aan communicatie tussen de ouders. De beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd, en de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd.