In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 november 2021 een tussenbeschikking gegeven in hoger beroep betreffende de ondercuratelestelling van de rechthebbende. De rechthebbende, die momenteel in een kliniek verblijft, heeft in hoger beroep verzocht om de eerdere beschikking van de rechtbank Limburg te vernietigen, waarin hij onder curatele was gesteld. Het hof oordeelt dat de maatregel van ondercuratelestelling op dit moment niet noodzakelijk is, gezien de opname van de rechthebbende in de kliniek. Het hof stelt dat de rechthebbende en belanghebbenden de gelegenheid krijgen om zich uit te laten over de mogelijkheid van het (opnieuw) instellen van een bewind en/of mentorschap. De rechthebbende heeft aangevoerd dat hij in staat is om zijn belangen te behartigen en dat er geen noodzaak is voor curatele, aangezien hij geen drugs gebruikt, geen schulden heeft en geen problematisch gedrag vertoont. De curator heeft echter betoogd dat de rechthebbende kampt met alcoholproblematiek en het syndroom van Korsakov, wat leidt tot problemen in zijn gezin en omgeving. Het hof heeft besloten om partijen te verzoeken zich uiterlijk op 6 december 2021 schriftelijk uit te laten over de vraag of er een bewind en/of mentorschap moet worden ingesteld, en houdt verdere beslissingen aan tot die datum.